Alleen door de handen ineen te slaan, kunnen bedrijfsleven, overheid en wetenschap de grote maatschappelijke opgaven van dit moment succesvol aanpakken. Met dat pleidooi opende de directeur van brancheorganisatie Bouwend Nederland Fries Heinis woensdag het jaarlijkse congres van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI), dat volledig online plaatsvindt.

2020 was een wonderlijk jaar, met de coronapandemie en de geopolitieke onrust als gevolg van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Daardoor dreigen de maatschappelijke opgaven waarvoor ons land momenteel is gesteld op de achtergrond te raken. Dat zou verkeerd zijn, maakte Heinis duidelijk, want die opgaven zijn kolossaal en met de dag urgenter. 


Bruggen en viaducten

'Om aan de afspraken uit het klimaatakkoord van Parijs te voldoen, moeten we voor 2050 het enorme aantal van 4,5 miljoen particuliere woningen en 2,5 miljoen sociale huurwoningen verduurzamen', zei Heinis. 'Dat zijn er duizend per dag en dan heb ik het nog niet eens over de winkelpanden, ziekenhuizen, kantoren noem maar op.'

Daarnaast is de woningvraag zo groot dat er tot  2030 elk jaar 85.000 nieuwbouwwoningen moeten worden bijgebouwd. Ook de infrastructuur schreeuwt om onderhoud, wat miljarden euro's per jaar zal kosten. 'Duizenden bruggen, viaducten en kaden hebben een opknapbeurt nodig. Een verschrikkelijk grote opgave. Hoe gaan we dat allemaal voor elkaar krijgen?''


Innovatieve bouwmethoden

Volgens Heinis ligt de sleutel in een sterk verbeterde samenwerking tussen marktpartijen, overheid en kennisinstellingen. 'Alleen als we echt samenwerken, kunnen we de uitdagingen van de toekomst aan.' 

Zo is de enorme bouwopgave alleen haalbaar als alle betrokken partijen in samenspraak innovatieve bouwmethoden ontwikkelen, stelt Heinis. Ook voor de verduurzaming moeten de drie sectoren samen zoeken naar oplossingen die haalbaar, betaalbaar en schaalbaar zijn. 'In het maatschappelijk debat gaat het vaak over betaalbaarheid', zei Heinis. 'Maar voor bouwondernemers is schaalbaarheid zeker ook belangrijk.'


PFAS-aanpak 'te drastisch'

Hoe het door een gebrek aan samenwerking kan mislopen, zag Heinis in de affaire rond met PFAS vervuilde grond. In het voorjaar van 2019 besloot de overheid dat grond met een te hoog PFAS-gehalte niet langer mocht worden verplaatst. Dat plaatste met name de bouwsector voor enorme problemen.

'PFAS zit overal in de grond en er was onvoldoende labcapaciteit voor onderzoek', stelt Heinis. 'Natuurlijk moest er iets aan PFAS worden gedaan, maar niet op deze drastische manier. Hadden markt, overheid en wetenschap hierin samengewerkt, dan had deze ellende kunnen worden voorkomen.'


Sorry van de staatssecretaris

Heinis voelt zich in dat oordeel gesteund door een recent evaluatierapport van het ministerie, dat duidelijk maakt dat de beleidsmakers onvoldoende hadden overlegd met het bedrijfsleven, dat zelfs provincies en gemeenten zich genegeerd voelden en dat onbekend was dat de laboratoriumcapaciteit ontoereikend was.

'De wetenschap had hier een oplossing kunnen vinden voor de markt. De bouw had dan minder te lijden gehad. Nu moeten we het doen met een "sorry" van de staatssecretaris.'


Slimmer en betaalbaar

'Markt, overheid en wetenschap kunnen elkaar versterken en als drie-eenheid een essentiële bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke opgaven', aldus Heinis.

Een actueel voorbeeld is de funderingsproblematiek, die grote aantallen huizen treft. 'Nu komt de overheid met een funderingslabel, dat huizeneigenaren op kosten jaagt. Beter zou het zijn als wetenschappers slimmere, betaalbare oplossingen hadden gevonden, te ontwerpen door ingenieurs en te maken door bouwers.' Zoiets is echter pas mogelijk wanneer de markt en de wetenschap nauwer met elkaar in contact staan, aldus de directeur van Bouwend Nederland


Building with Nature

Dat hechte samenwerking profijt oplevert, bewijst een aantal projecten waar dat wel goed is geregeld. Als voorbeeld noemde Heinis het Hoogwaterbeschermingsprogramma, dat de dijken langs de rivieren moet versterken. Daar heeft de overheid een aparte innovatiefaciliteit opgezet die goed werkt. Maar die vorm is daarna niet vaak meer gekozen, stelde Heinis vast.

Andere goede voorbeelden ziet Heinis in een initiatief als Building with Nature, waar marktpartijen het initiatief hebben genomen om op een nieuwe manier naar waterveiligheid te kijken en daarbij nauw samenwerken met kennisorganisaties en Rijkswaterstaat, en ook de oprichting van het Bouw en Techniek Innovatiecentrum (BTIC), waar innovaties voor de bouw ontstaan omdat alle betrokken partijen erin samenwerken, zonder hun eigen belangen voorop te stellen, zei Heinis in zijn keynote speech..

Het KIVI-jaarcongres vindt dit jaar voor het eerst volledig online plaats en duurt nog een week. Het thema is Wet, Wetenschap en Werkelijkheid. 


Foto: Depositphotos.com

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.