column

Soms tref je een paar sokken aan met een L en een R erop. Maar zijn die sokken daadwerkelijk verschillend van elkaar, vraagt columnist Marcel Möring zich af in zijn column voor De Ingenieur


Misschien is er een natuurwet, nog niet ontdekt, die beschrijft hoe technische mogelijkheden kunnen leiden tot overbodigheid.

‘Ik heb er vanochtend vijf minuten over gedaan om mijn sokken aan te trekken’, zei ik tegen Harry. 

‘Je wordt een dagje ouder.’

Sinds ik 65 ben geworden vinden mijn vrienden het nodig om mij daaraan te herinneren. Ook als er geen aanleiding voor is. ‘Het heeft niets met mijn leeftijd te maken, maar alles met mijn sokken.’

‘Ze zijn toch geen eigen leven gaan leiden?’
Iedereen weet dat sokken dat doen. Er gaan er twee in de was en soms komt er maar een uit. Maar daar lag het niet aan.

Ik was zo onverstandig om mij sokken te laten aanpraten die waren afgestemd op de voet: een voor de linker- en een andere voor de rechtervoet. Nooit gemerkt dat ik leed onder de afwezigheid van voetspecifieke sokken, maar ik ben een pushover als het gaat om nieuwig­heden, dus ik kocht onmiddellijk vier paar. Mijn vrouw zei: ‘Zou je niet eerst één paar proberen?’ Maar zo ben ik niet. Ik ga er direct vol in. 

Daarom puilt ons huis ook uit van zaken die ik ooit technisch interessant vond, maar uiteindelijk van geen nut bleken. Ik noem mijn vouwfietsje met cardanas. Nu, vijf jaar na aanschaf, weet ik nog niet wat mij bezielde om dat ding te kopen. Ik heb er twee keer op gereden – ik kan ’m iedereen aanraden – maar omdat ik niet van fietsen hou, is de fiets daarna nooit meer aan­geraakt. ‘Iedereen weet dat je fietsen haat’, zei mijn vrouw, ‘en jij was dat even vergeten omdat je die aandrijving interessant vond?’ Precies, en ik ben bang dat het niet mijn laatste onzinnige aankoop was.

‘Aparte sokken voor de linker- en de rechtervoet’, zei ik tegen Harry. ‘En nu zit ik dus in de ochtendschemering op de rand mijn bed te turen naar een R of een L en die letters zijn bijna niet meer te onderscheiden omdat de sokken al een paar keer in de was zijn geweest waardoor alles een beetje is vervaagd.’

‘Ik zou het een first world problem willen noemen’, zei Harry.

‘Luxe problemen zijn ook problemen.’

Daar had hij even geen antwoord op.

Sinds ik ze draag heb ik op podologisch gebied vooruitgang noch verbetering gemerkt. Ik loop niet harder, mijn voeten zijn in de winter niet warmer en in de zomer niet kouder en qua comfort heb ik ook geen verschil kunnen waarnemen.

Ik begrijp dat fanatieke wandelaars zeer goed gevormde en misschien zelfs wel voetspecifieke sokken willen dragen. Misschien voorkomt dat problemen, hoewel ik daar eerlijk gezegd niet helemaal zeker van ben. Volgens mij heeft zo’n sok een hoog homeopathisch gehalte: alleen als je er heel erg in gelooft helpt het.

Het is dat mijn moeder mij heeft opgevoed als iemand die zich zijns ondanks aan de regels houdt, maar anders had ik allang geprobeerd om de rechtersok aan de linkervoet te doen en andersom

‘Wat mij interesseert’, zegt Harry, ‘is wat er aan zo’n sok vooraf is gegaan. Eerst is er iemand geweest die met het idee kwam.’

‘Daarna zijn er productontwikkelaars bij gekomen’, zei ik.

‘Technici’, zei Harry.

Ik betwijfelde dat. Als je ze naast elkaar legt kun je de linker alleen van de rechter alleen onderscheiden door de letters. Het is dat mijn moeder mij heeft opgevoed als iemand die zich zijns ondanks aan de regels houdt, maar anders had ik allang geprobeerd om de rechtersok aan de linkervoet te doen en andersom. 

‘Marketing, dan’, zei Harry. ‘Of pr. Noem maar op.’

‘Alles voor een zinloze sok’, zei ik.

Ik zag ineens een boek voor me dat over het zin­loze ging en terwijl Harry doorpraatte bedacht ik dat je welvaart misschien kunt afmeten aan de hoeveelheid overbodige producten die een samenleving voortbrengt. De hamburgerindex, die de prijs van een Big Mac als richtsnoer neemt voor gestegen of gedaalde welvaart, is volgens mij veel minder exact dan de zinloze sok. Toon mij uw overbodigheid en ik vertel u hoe goed het met u gaat.

Toen ik het Harry voorlegde zag hij er wel wat in.

‘Het is een typisch voorbeeld van overbodigheid’, zei hij, ‘een overbodig boek over sokken.’

‘Jij hebt gewoon geen gevoel voor de tijdgeest’, zei ik, waarop hij antwoordde dat hij weer aan het werk ging, omdat ons gesprek hem overbodig leek.


Tekst: Marcel Möring
Foto: Depositphotos

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.