uit het magazine

Tien jaar geleden startte het Hoogwaterbeschermingsprogramma, het grootste dijkversterkingsproject sinds de Deltawerken. Om in 2050 klaar te zijn, zoals wettelijk is vastgelegd, zal het tempo flink omhoog moeten. Welke rol kan innovatie daarin spelen? 


Bram de Fockert trekt zijn colbertje uit en stroopt zijn mouwen op. ‘Handen uit de mouwen: daar sta ik voor’, zegt hij. ‘Natuurlijk zullen we onderweg hobbels tegenkomen, maar samen gaan we naar de eindstreep.’ Die eindstreep is een veilige Lekdijk rond Streefkerk, Ameide en Fort Everdingen. De Fockert is namens het Waterschap Rivierenland projectleider van dijkversterkingsproject SAFE. In een zaal van het water­schapskantoor in Tiel spreekt hij geïnteresseerde aannemers toe: wie wil samen met de andere betrokken partijen hier de dijk­versterking op zich nemen?


Hoogwaterbeschermingsprogramma

Een startbijeenkomst zoals deze in Tiel worden er deze jaren vaker gehouden. SAFE is een van de tientallen projecten van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Dit jaar is het tien jaar geleden dat het HWBP van start ging als alliantie tussen de 21 Nederlandse water­schappen en Rijkswaterstaat. Hoe staat de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken er voor? En in hoeverre lukt het een van de nevendoelstellingen – het bevorderen van innovatie – waar te maken?

‘We zijn al hard aan het werk, maar we moeten nog veel harder aan het werk’, zegt Erik Wagener, directeur van HWBP. ‘Het is een heel mooi programma met ontzettend veel bevlogen dijkwerkers. Maar het tempo moet omhoog.’ 

Hoe kan het sneller? Hoe kan het efficiënter? En dat is precies waar innovatie om de hoek komt kijken. Want innoveren kan een manier zijn om de boel te versnellen.

Versnellen

Met een totale lengte van vijftienhonderd kilometer dijk die moest worden aangepakt, was de opgave van meet af aan enorm. Een recente, nieuwe toetsingsronde liep evenwel uit op een tegenvaller. ‘De opgave is onlangs wat scherper geworden’, erkent Wagener. ‘Toen we alle beoordelingen hadden afgerond en bij elkaar hadden opgeteld, rolde er een hoger aantal kilometers uit dan we hadden gedacht: tweeduizend. De opgave is groter dan voorzien.’

Omdat het streven nog altijd is – sterker nog: het is wettelijk vastgelegd – dat de operatie in het jaar 2050 is voltooid, zoeken de betrokken partijen naar manieren om te versnellen.

‘Dit is een tijd waarin we binnen het HWBP, dus met alle waterschappen en het Rijk, heel erg indringend met elkaar praten’, zegt Wagener, die zelf later dit voorjaar ‘met pijn in het hart’ afscheid neemt en overstapt naar het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, waar hij secretaris-directeur wordt. ‘Hoe kan het sneller? Hoe kan het efficiënter? En dat is precies waar innovatie om de hoek komt kijken. Want innoveren kan een manier zijn om de boel te versnellen.’


Simpeler of sneller

Jaarlijks wordt tien miljoen euro gereserveerd voor het stimuleren van innovaties. Het gaat daarbij niet alleen om bouwkundige innovaties die de dijk sterker maken. Ook projectmatige vernieuwingen maken aanspraak op een bijdrage uit het innovatiefonds, evenals innovaties die de dijk of de werkzaamheden duurzamer maken of resulteren in betere of slimmere rekenmethoden. 

‘Het HWBP heeft in alle opzichten grote impact’, zegt Wagener. ‘Daarom is gelijk met het HWBP een innovatie­programma gestart, om te leren of het ook slimmer kan en dat ook zoveel mogelijk meteen in de praktijk toe te passen. Technische innovaties zijn noodzakelijk: juist om die grotere opgave haalbaar te maken, zijn we op zoek naar nieuwe concepten en tegelijk zijn we aan het nadenken of we projecten misschien wat simpeler of sneller kunnen uitvoeren.’


Filterscherm van oude kozijnen

Innovaties van de technische soort richten zich onder meer op piping, een van de mogelijke faalmechanismen en de reden dat veel dijken zijn afgekeurd. Bij piping stroomt er water onder de dijk door doordat de waterstand aan de ene kant hoger is dan aan de andere. Met het water stromen zanddeeltjes mee, waardoor er gangetjes (pipes) onder de dijk ontstaan. Op den duur verzwakt dat de dijk. 

Een manier om piping tegen te gaan is filterschermen aanbrengen waar het water wel, maar zanddeeltjes niet doorheen kunnen. Bij het versterkingsproject Sterke Lekdijk, een stuk van 55 kilometer tussen Amerongen en Schoonhoven, is twee jaar lang onderzoek gedaan naar een innovatief scherm met een uiterst fijnmazig filter dat fijn zand tegenhoudt en zo de waterhuis­houding rond de dijk waarborgt. 


Innovatiepartnerschap 

Het Prolock FIlterscherm. Foto: Mourik Infra 

‘We werken er in een innovatiepartnerschap met ingenieursbureaus en aannemers’, zegt Martine Stam, adviseur waterveiligheid bij architecten- en ingenieursbureau Sweco en sinds vier jaar betrokken bij de werkzaamheden aan de Lek. ‘Op veel plekken is de dijk hier in 2017 afgekeurd op piping. Een bekend faalmechanisme, maar we krijgen steeds meer inzicht in hoe het ontstaat. Dat biedt mogelijkheden om te innoveren.’

Het Prolock Filterscherm is een eerste vrucht van het succesvolle innovatiepartnerschap. Het bijzondere van dit scherm? Het is gemaakt van gerecyclede kunststof kozijnen. Omdat het materiaal onder de grond wordt gebruikt, vergaat het niet, is uit uitvoerige proeven gebleken. Na twee jaar testen wordt het scherm dit jaar voor het eerst in de praktijk gebruikt, over een lengte van achthonderd meter langs de Lekdijk nabij Lopik.


MEER LEZEN OVER HET BELANG VAN INNOVATIE VOOR DE DIJKVERSTERKING?

Lees het volledige artikel in het aprilnummer van De Ingenieur. Koop hier de digitale versie voor €9,75 of neem een abonnement!


Foto boven: De Lekdijk nabij Ameide moet over een lengte van twaalf kilo­meter worden versterkt. Credit: Cees van der Wal/Waterschap Rivierenland

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.