De twee grootste technische universiteiten kondigen aan dat ze meer studentenstops gaan zetten op de meest populaire bacheloropleidingen. Door de grote toeloop gecombineerd met gebrek aan financiering kunnen de instellingen de kwaliteit niet meer garanderen.

Read this article in English

Vandaag start op alle universiteiten het academisch jaar. Dit is doorgaans een feestelijke aangelegenheid, met praatjes van bestuurders en presentaties van ministers of bekende wetenschappers uit het buitenland.

Maar de TU’s van Eindhoven en Delft slaan een sombere toon aan. Bij beide instellingen kennen volgend collegejaar weer meer bacheloropleidingen een numerus fixus, een maximum aantal studenten.
 

Tweede zaaltje

Aan de Technische Universiteit Eindhoven puilen de collegezalen uit bij sommige bacheloropleidingen en zitten de andere studenten in een zaal ernaast naar een live videostream te kijken. ‘Dat is voor niemand fijn. We zetten in dat tweede zaaltje wel een docent erbij, maar de echte interactie met de gever van het college is er niet’, vertelt Jan Mengelers, voorzitter van het College van Bestuur van de TU Eindhoven. Bij een te volle opleiding tast je de kwaliteit aan en dat wil je niet. ‘Studenten klagen er ook over.’

In Eindhoven zijn daarom de bacheloropleidingen Industrial Design, Biomedische Technologie, Industrial Engineering en Computer Science and Engineering sinds dit jaar begrensd op een maximum aantal studenten. Volgend jaar komen daar in ieder geval Bouwkunde, Werktuigbouwkunde, Innovation Sciences en misschien Applied Mathematics bij.

 

Grote drukte

Vanuit Delft zijn de signalen niet anders. Door grote drukte bij bepaalde opleidingen (Industrieel Ontwerpen, Aerospace Engineering, Klinische Technologie en Nanobiology) zit daar dit jaar een numerus fixus op. Volgend jaar komt daar Bouwkunde nog bij, is al bekend geworden.

De rek is er ook bij deze Delftse opleidingen uit. ‘We kunnen niet nog meer mensen in de collegezalen en practicumruimtes proppen’, aldus bestuursvoorzitter Tim van der Hagen van de TU Delft in het Financieele Dagblad. Ook voor de docenten is het druk. ‘Onze medewerkers werken zich helemaal te pletter.'

Het probleem is dat veel opleidingen aan de TU’s in de afgelopen jaren fors meer studenten hebben getrokken, maar dat de financiering door de overheid is achtergebleven. Daardoor komt de kwaliteit van het onderwijs in het geding. ‘Over de laatste tien jaar is onze studentenpopulatie gegroeid met 68 %, terwijl de eerste geldstroom is teruggelopen met 15 %’, zegt woordvoerder Michel van Baal van de TU Delft.

 

Technische studies populairder

Eigenlijk is de groei van de studentenaantallen een succesverhaal. Er was een tijd dat technische studies niet populair waren onder Nederlandse jongeren, maar mede dankzij promotieactiviteiten door Platform Bètatechniek en campagnes als ‘Kies Exact’ is daar een kentering in gekomen. Ook zijn de vooruitzichten op een goed betalende baan al jarenlang uitstekend als je kiest voor een technische vervolgstudie. De economie draait als een tierelier en bedrijven als Shell, Philips, NXP en ASML schreeuwen om technische opgeleide jonge mensen. Maar de TU’s kunnen er niet genoeg leveren.

Het aantal ingeschreven bachelorstudenten aan de TU Delft steeg van 10.773 in 2007 naar 12.415 in 2017, een stijging van 15 % (cijfers van VSNU). In Eindhoven ging het over die periode van 4.984 naar 7.182 studenten (+ 44 %). Aan de Universiteit Twente is er nauwelijks een stijging te bespeuren: van 5.657 naar 5.887 studenten (+ 4 %). Daar kent dan ook slechts één bacheloropleiding een numerus fixus: die voor Technische Geneeskunde.
 

Structureel maatregelen nodig

Mengelers van de TU Eindhoven pleit voor een structurele oplossing. ‘Nederland is een kenniseconomie, maar als de vraag naar goed opgeleide technici twee keer zo groot is als het aanbod, dan zit er iets mis. Dan zijn er structureel maatregelen van de overheid nodig. Voor de middellange termijn vragen wij om minstens 50 miljoen euro per jaar extra.’

De TU Delft wil dat de regering vaart maakt met wat in het Regeerakkoord staat: ‘het herzien van de bekostigingssystematiek voor het hoger onderwijs, met daarbij specifieke aandacht voor technische opleidingen.’ Want een opleiding voorzien van een numerus fixus is een maatregel die je eigenlijk niet wilt. Ook omdat daarbij het risico is op het waterbedeffect. Van Baal van de TU Delft: ‘Als iemand bij Aerospace Engineering er niet meer bij kan, gaat hij of zij vaak Werktuigbouwkunde studeren. Daarmee verplaats je het probleem dus alleen.’
 

Overheidsbijdrage niet meegegroeid

Het probleem met de financiering van de TU’s door de overheid is ten eerste dat de bedragen gebaseerd zijn op de studentenaantallen van twee jaar geleden (en dus te laag zijn). En ten tweede is de overheidsbijdrage niet meegegroeid met de sterk gestegen aantallen studenten.

Daardoor is er nu per student 25 % minder budget vergeleken met het jaar 2000, schrijft ook de actiegroep WOinActie in een opiniestuk in de NRC. Het is tamelijk schrijnend wat deze groep beschrijft. ‘De werklast van veel docenten in het geven van onderwijs is dermate toegenomen, dat ze niet meer toekomen aan het doen van onderzoek. Dat moet dan maar in de avonduren en het weekend. Docenten werken structureel 30 tot 45 % over. Roofbouw’, constateert WOinActie, dat net als de TU’s vraagt om meer geld voor het hoger onderwijs. Als dat er niet komt, volgen er acties later dit collegejaar.

Lees ook het achtergrondverhaal ‘Vol van techniek’ (pdf-bestand) dat we vorig jaar in De Ingenieur brachten.

Openingsfoto Studenten tijdens de introductieweek aan de TU Eindhoven in augustus 2017. Foto Bart van Overbeeke

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.