Nederland heeft steeds meer startups, startende ondernemingen, maar om daaruit succesvolle grote bedrijven te laten groeien, is meer nodig, constateert Constantijn van Oranje, special envoy bij StartupDelta. Tech-ondernemers zelf moeten groter denken. En de overheid kan meer doen om startups te stimuleren, zegt Van Oranje in een interview met tijdschrift De Ingenieur.

Constantijn van Oranje is special envoy bij StartupDelta, een organisatie die in Nederland een optimaal klimaat probeert te scheppen voor startende (technologie)bedrijven. De Ingenieur sprak met Van Oranje over de kansen én de bedreigingen voor start-ups in Nederland.

Vooropgesteld: Nederland biedt een behoorlijk goede basis voor startups, stelt de prins. We hebben goede technische universiteiten, jonge mensen zijn bevlogen en maatschappelijk betrokken. En je zou het misschien niet direct zeggen, maar er is geld genoeg beschikbaar van investeerders. ‘Ik geloof echt dat Nederland het beste start-up-ecosysteem van Europa kan worden’, zegt Van Oranje. ‘Maar om dat te bereiken, moet er nog wel wat gebeuren.’


Op zichzelf aangewezen

Van Oranje ziet dat startende bedrijven nu grotendeels op zichzelf zijn aangewezen op het lastige traject van een goed idee tot een product dat geld oplevert. ‘Van onrijpe technologie komen tot iets dat commercieel interessant is, is ook hartstikke moeilijk; het heet niet voor niets the valley of death.’ Veel jonge bedrijven gaan in deze fase failliet doordat het ze niet snel genoeg lukt om winstgevend te worden. 

Om die kloof te overbruggen, is in de Verenigde Staten een hele industrie ontstaan die startups helpt met groeien, met alle zaken die daarbij komen kijken. Van Oranje: ‘Als je in de VS een bedrijf start, zet je een route uit: hoe snel moet je groeien? Hoeveel investeringen moet je verzamelen? Ook de venture-capital-bedrijven (investeerders, red.) zijn er helemaal op ingericht om de startende ondernemer te helpen. Om meer geld aan te trekken, maar ook om de beste medewerkers voor zo’n bedrijf te vinden. Veel van die investeringsfondsen in de VS worden gerund door succesvolle ondernemers; die begrijpen als geen ander wat een startup nodig heeft.’

Er zijn studentenstops op opleidingen als kunstmatige intelligentie. Dat is toch waanzin?


Talent is cruciaal

Maar ook de Nederlandse overheid zou veel meer kunnen doen, meent Van Oranje. Voor de hand liggen soepeler fiscale maatregelen voor startups. ‘Daarnaast is talent cruciaal, zowel de mensen die we zelf opleiden als die we van buiten halen. We moeten echt oppassen dat we niet xenofoob worden; en dat we talent van buiten wel welkom blijven heten. Overheid, maak de regels soepeler, zodat bedrijven gemakkelijker buitenlands talent kunnen binnenhalen.’


Agressieve agenda

Tegelijk moeten we oppassen dat Nederlandse toppers er niet vandoor gaan omdat ze hier worden geremd in hun ontwikkeling. Van Oranje: ‘Ik zie aan de universiteiten te veel voorbeelden van toponderzoekers en hoogleraren die naar het buitenland vertrekken. En er zijn studentenstops op opleidingen als kunstmatige intelligentie. Dat is toch waanzin, als je weet dat dit een van de belangrijkste onderwerpen is vandaag de dag en dat we de wedloop met een land als China al aan het verliezen zijn? We hebben, kortom, een agressieve human-capital-agenda nodig.’

Het hele interview met special envoy bij StartupDelta Constantijn van Oranje is te lezen in het februarinummer van De Ingenieur.


Foto Inge van Mill

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.