Uit het magazine

Al jaren is het zowel consumenten- als milieuorganisaties een doorn in het oog: de moeite die het kost om apparaten te repareren, of zelfs om ze te laten repareren door een expert. Maar het tij keert. Tegenwoordig zijn bedrijven verplicht om ‘repareerbare’ producten te leveren.   


Het zaaltje bevindt zich in het voormalige hoofdpostkantoor in Utrecht, een monumentaal pand in het midden van de stad. Het heeft wel iets van een klaslokaal voor praktijklessen techniek en natuurkunde. Naar een stopcontact hoef je niet te zoeken, boven elke tafel komt een verlengsnoer uit het plafond.

Aan één van de tafels heeft een jonge vrouw net een Nespressomachine uit elkaar geschroefd. Nu moet ze weg om koffiecapsules te halen, want die blijken nodig te zijn om uit te zoeken waarom het apparaat het niet meer doet. Aan een andere tafel kijken twee mannen geconcentreerd naar het moederbord van een opengeschroefde laptop. ‘Hier zit een hitteschild, maar dat is wel wat aan de kleine kant’, oordeelt één van hen. Hij is de computerexpert van het Repair-Café dat hier elke eerste zaterdag van de maand plaatsvindt. 

Naast deze deskundige zijn er nog zes andere vrijwilligers aan het werk, waaronder een stofzuigerspecialist, een kleermaakster met een naaimachine en een fietsenmaker – al worden er op deze locatie geen fietsen gerepareerd. Hij helpt vandaag de dame met het Nespressoapparaat. 

‘Vroeger was het heel normaal dat we dingen repareerden als ze stuk gingen, en waren veel mensen daar bedreven in’, zegt Martijn Leusink, mede-organisator van enkele Repair-Café’s in Utrecht en lid van het landelijk bestuur. ‘Maar in de huidige tijd zijn mensen sneller geneigd hun spullen te vervangen. En het repareren is er door de fabrikanten ook niet bepaald gemakkelijker op gemaakt.’

 

Repareerbaarheid

Producten vernieuwen in plaats van repareren kost extra grondstoffen en veroorzaakt meer vervuiling, waaronder CO2-uitstoot. Dat is niet duurzaam en slecht voor het milieu en het klimaat. De stichting Repair Café International zet zich daarom in voor het repareren van spullen, het behoud van reparatiekennis en – wellicht nog het belangrijkst – voor beter repareerbare producten.
Tot voor kort stonden met name smartphones erom bekend vrijwel onmogelijk te repareren te zijn. Alleen al het openen ervan was nauwelijks voor elkaar te krijgen.

Maar het tij lijkt te keren. Zo maakte elektronicabedrijf Apple in november 2021 bekend dat het consumenten die hun apparaat zelf willen repareren gaat ondersteunen, door het leveren van onderdelen, gereedschappen en handleidingen. Self Service, heet deze nieuwe dienst. Tot eind 2021 konden mensen met een kapot Apple-apparaat alleen terecht bij Apple zelf of een reparatiebedrijf met Apple-toestemming. Self Service startte begin 2022 in Amerika voor de iPhone12 en iPhone13, met de toezegging van Apple dat het uiteindelijk wereldwijd en ook voor andere apparaten zou worden uitgerold.

Ook Microsoft maakte in het najaar van 2021 bekend meer aandacht aan de repareerbaarheid van zijn producten te gaan besteden – maar niet voordat de aandeelhouders hier via een resolutie om hadden gevraagd. De resolutie was ingediend door de non-profit organisatie voor verantwoord ondernemen As You Sow (‘wat je zaait’), en stelde dat Microsoft de consument verhinderde producten te repareren.

 

 

Wetgeving

Krijgen technologiebedrijven dus meer oog voor duurzaamheid? Wellicht, maar tevens is er nieuwe wetgeving die ze dwingt tot het beter repareerbaar maken van hun spullen. ‘Daar lobbyen wij al jaren voor, maar er is een forse tegenlobby vanuit de bedrijven’, zegt Leusink. ‘Die bieden overheden vaak aan om mee te denken over de nieuwe regels.’  

Toch boeken de voorstanders van het ‘Right to Repair’ successen. In juli 2017 besloot het Europees Parlement dat lidstaten van de Europese Unie wetgeving mogen invoeren om reparatie van producten door de consument mogelijk te maken, en in oktober 2019 nam de Europese Unie een wet aan die het fabrikanten verplicht om tot tien jaar na de fabricage van een product vervangende onderdelen te leveren aan professionele reparateurs.
 

De rest van dit verhaal staat in het blad De Ingenieur

 

Beeldmateriaal: Depositphotos.com

 

MEER LEZEN OVER REPAREERBAARHEID EN RECYCLING?

Het hele verhaal is te lezen in het juninummer van De Ingenieur. Koop de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25 % - een digitaal jaarabonnement van twaalf nummers voor € 69,-.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.