Toekomstdenken

Een autonoom voertuig voor één passagier dat mensen van de rand van de stad – ov-knooppunt of parkeergarage – naar hun bestemming brengt. Is dat de oplossing om auto’s uit de stad te weren? Deel 2 uit de serie Toekomstdenken: de Instapper.

 

In de rubriek Toekomstdenken presenteerde De Ingenieur de afgelopen maanden de innovatieve ideeën van ontwerper Erik Terlouw. In vier artikelen schetste hij mogelijke oplossingen voor grote maatschappelijke uitdagingen op het gebied van vervoer en de bouw, en vroeg lezers en experts om mee te denken over de haalbaarheid daarvan. Velen van u reageerden. Bekijk het uiteindelijke resultaat in het bijbehorende dossier Toekomstdenken.

 

In de centra van grote en middelgrote steden wordt de auto een ongewenste gast. Steeds meer steden weren de auto zelfs helemaal uit hun binnenstad. Om zich te verplaatsen, kunnen bezoekers en bewoners, naast lopen en fietsen, gebruikmaken van bussen en – in grotere steden – trams. ‘Bussen zie ik echter vaak bijna leeg rondrijden’, zegt ontwerper Erik Terlouw, ‘en trams lijken me binnenkort een achterhaald vervoers­concept voor passagiers. Ze zijn zwaar en traag en maken veel lawaai.’

Voor die last mile, van de rand van de stad naar de eindbestemming, bedacht Terlouw de Instapper. Het is een cilindervormig, auto­noom voertuig met plaats voor één persoon. ‘Wie er eentje nodig heeft, roept hem op met een app’, vertelt Terlouw. ‘Met je ov-chipkaart maak je hem open.’

De compacte Instapper mag alleen rijden in 30-kilometergebied. ‘Let wel, het voertuig lijkt in niets op een auto. De Instapper heeft namelijk geen voor- of achterkant meer nodig.’

 

Een grotere Instapper loopt op geleiderails van de trambaan. Rechts zoeft de ­kleine Instapper voorbij.

 

Het idee is dat bewoners in de toekomst zoals Terlouw die voor zich ziet, hun auto aan de rand van de woonwijk parkeren, in een parkeergarage of naast een metro- of busstation. Van hieruit gaat de bewoner per Instapper de wijk in. Concurrentie voor de deelfiets of -step? ‘Die kunnen prima naast elkaar bestaan’, zegt Terlouw. ‘Voordeel van de Instapper is dat je droog blijft. Weer of geen weer, je stapt zo uit de metro of auto in een Instapper en zit volstrekt comfortabel.’
 

Vind je dit een leuk artikel? Lees dan ook de andere drie verschenen delen van Toekomstdenken:  deel 1: de Capsuletrein, deel 3: Bouwen in blokken en deel 4: Luchthaven in zee.

 

De ontwerper gaf zijn Instapper twee grote, door elektro­motoren aangedreven wielen, met aan de voor- en achterzijde twee zwenkwielen voor optimale stabiliteit. Stroom wekt het voertuig zelf op met een dak vol zonne­cellen, of er wordt een windturbine ingebouwd. Een grotere versie kan op bestaande tramrails rijden. Elke drie minuten komt er een nieuwe Instapper voorrijden.

Wat zijn de grootste hindernissen voor invoering van de Instapper? De belangen van de taxisector? Het feit dat het bestaande ov eigenlijk wel voldoet? Of toch de technische problemen met autonome voertuigen? Experts en lezers van De Ingenieur reageerden weer en gaven hun reactie op het tweede vervoersconcept van Terlouw. Hier een selectie.
 

Stroom wekt de Instapper zelf op met een dak vol zonnecellen of met een ­ingebouwde ­windturbine.

 

1 Is de autonome, kleine Instapper technisch haalbaar?

Het bouwen zal geen probleem zijn, maar er zijn wel twijfels over de stabiliteit. ‘Waarom een veel te hoog en amper korter nieuw rijdend object introduceren wanneer er al micro-autootjes bestaan?’, vraagt een lezer zich af op onze website. ‘Die bestaande kleine autootjes lijken ook nog eens veel veiliger bij ongelukken. Minder kantelgevaar, meer kreukelzone.’ Hij krijgt bijval van Erik Jongenotter, adviseur verkeer en vervoer bij ingenieursbureau Witteveen+Bos. ‘Als je met twintig kilometer per uur een noodstop maakt, of een oneffenheid op de weg of een trottoirband raakt, valt het voertuig dan niet om?’

Ook het zelfrijdende karakter lijkt op zijn zachtst gezegd nogal een uitdaging. De Instapper zou autonoom over straat rijden, via sensoren afstand kunnen houden van andere verkeersdeelnemers en op tijd remmen. Maar daarvoor lijkt de stand van de techniek nog niet ver genoeg. Zo waren een paar jaar terug alle grote technologie­bedrijven nog optimistisch over hun tests met autonome auto’s, maar tegenwoordig klinken er andere geluiden. Het blijkt toch lastig om voertuigen volledig autonoom door stadsverkeer te laten rijden.
 

2 Waar moet de omgeving aan voldoen, zodat de Instapper volledig autonoom over straat kan rijden?

De omgeving zal moeten accepteren dat een autonoom voertuig een zekere status heeft, zegt Jongenotter. ‘Net zoals je een persoon niet in de weg gaat staan, ga je ook een autonoom voertuig niet blokkeren. Als iedereen die houding heeft, kan het. Maar voor voetgangers en fietsers is het natuurlijk wel verleidelijk om voorrang op te eisen. Je hebt snel door met welke beweging je het autonome voertuig kunt stoppen.’ Wat het iets eenvoudiger zou maken voor de Instapper, is het weren van auto’s. ‘Als de wijk totaal autoloos is dan is autonoom verplaatsen iets eenvoudiger en veiliger’, reageert een lezer on­line. ‘Maar wat te doen met plaatsen waar het volstroomt met deze pods nadat ze worden achtergelaten? Hoe hou je ze over de wijk verdeeld en snel beschikbaar?’ Jongenotter vindt de positie in het verkeer ook van belang. ‘Rijdt het voertuig alleen op de rijbaan? Of mag het ook op voet- en fietspaden rijden? En waar kun je in- en uitstappen? Is dat op aangewezen halteposities of mag dat op willekeurige plekken?’

 

3 Haalt het systeem van Instappers de gewenste capaciteit, ofwel vervoert het genoeg mensen?

Dat is nog maar de vraag, denkt civiel ingenieur en weten­schapsjournalist Leonie Walta. ‘Deze individuele vorm van vervoer, die direct naar de plaats van bestemming rijdt, is positief voor de reistijd van de individuele reiziger. Maar met de capaciteit valt het denk ik tegen. Ik kom regelmatig plaatjes tegen die vergelijken hoeveel ruimte mensen innemen in een auto, op de fiets, lopend of in de bus. Collectief vervoer zoals de bus scoort – met voldoende passagiers – goed op ruimtegebruik.’ Ook Jongenotter vraagt zich af of er altijd voldoende capaciteit kan worden geleverd. ‘Fluctuaties in de vraag zullen altijd relatief groot zijn. Wil je ruimte maken voor een incidenteel grotere vraag door met vooraanmeldingen te werken? Dan moet je ook bereid zijn om voertuigen te verplaatsen van de ene hub naar de andere.’
 

4 Welk gebied of wijk in Nederland is geschikt voor een proefproject?

Als de eerste tests van de Instapper in druk, stedelijk ­gebied plaatsvinden, vraagt dat veel van zowel de omgeving als van het voertuig zelf, zegt Jongenotter. ‘Er is een groot aantal faalfactoren, dus een rustiger gebied is dan beter, maar ook lastiger. Als het een wijk is waarin de route voor voetgangers veel korter is dan voor auto’s, dan is het nog maar de vraag of een autonoom voertuig dat over een rijbaan rijdt een interessante optie is.’

 

5 Waaraan moet een Instapper-systeem voldoen zodat burgers ervan gebruik gaan maken?

De beperking van één persoon lijkt verschillende lezers onhandig. ‘Twee personen zou een beter gemiddelde zijn’, zegt een lezer. Jongenotter vindt dat ook. ‘Stepjes en deelfietsen zijn flexibeler dan dit voertuig en je kunt dan zelf sturen. Nu zijn er genoeg mensen die niet op een deelfiets of -step durven te rijden en juist deze doelgroep (ouderen of ouder met kind) reist vaak niet alleen, maar met iemand samen. Als je de voordelen van de Instapper ook gunt aan deze mensen, dan is een eenpersoonsvoertuig inderdaad geen handige keuze.’

Aan de andere kant heeft het eenpersoons karakter van de Instapper ook voordelen. Het voelt sociaal veiliger omdat je niet bij vreemden hoeft in te stappen, zegt Jongenotter. ‘Maar je zit wel goed zichtbaar in een glazen kast op wieltjes. Iedereen kan jouw voertuig op elk moment tot stilstand brengen, zonder dat jij daar ook maar iets aan kunt doen. Als je één keer een bedreigende situatie hebt meegemaakt, ga je nooit meer met dit voertuig rijden.’

Meerdere lezers wijzen op het feit dat mindervaliden weinig zullen hebben aan de Instapper. ‘In de huidige vorm is hij ongeschikt voor iedereen die minder goed ter been is’, schrijft lezer Daniel van der Lek. ‘Er is een flinke opstap; voor rolstoelers is-ie zelfs onbruikbaar.’

 

Revolutionaire ideeën redden het vaak niet. Ooit bedacht Luud Schimmelpennink de Witkar, een elektrisch voertuig dat voor een klein bedrag te leen was in Amsterdam. Het werd geen succes, volgens de bedenker door tegenwerking van de gemeente. Er werden niet meer dan enkele tientallen Witkarren geproduceerd. Anno 2022 zijn kleine elektrische deelauto’s wel een bekend verschijnsel in de stad, met diensten als Car2go, Snapp­Car en MyWheels.

 

6 Kan het zonnedak voldoende stroom opwekken? En het windwiel?

Op deze vraag reageerde geen enkele lezer of expert. Maar na een schatting op een bierviltje is wel te zeggen dat het antwoord ‘nee’ is. Het Nederlandse bedrijf Light­year levert dit jaar de eerste auto’s uit met de karakteristieke zonnecellen op motorkap en dak. Die wekken wel een beetje stroom op, maar de Lightyear 0 moet nog bijna net zo vaak aan de stekker als elke andere elektrische auto. Met andere woorden: een voertuig kan nog lang niet toe met enkel zonnecellen op zijn dak. En het windwiel waarschijnlijk ook niet, aangezien windturbines op gebouwen het al niet halen bij zonnepanelen. En bij windenergie geldt: kleiner is minder efficiënt. 


 

Reactie van Erik Terlouw:
‘Wat onvoldoende over het voetlicht blijkt te komen, is dat het er mij met de Instapper om gaat een vervoermiddel te introduceren dat juist in niets op een auto lijkt. Denk aan een tramhalte: in plaats van daar op de tram te staan wachten, zou je ook meteen aan boord van een Instapper kunnen gaan en al rijdend je weg vervolgen. De Instapper zou je niet moeten vergelijken met steps en fietsen, want het is een gesloten, bewegende ruimte die beschermt tegen weer en wind, in hoge mate hufterproof en oproep­baar. De bezwaren [van de experts] lijken nog niet echt in te gaan op deze revolutionair andere manier van last mile-vervoer. Instappen in een Instapper zal een nieuwe manier van bewegen betekenen. We zijn op weg de auto uit de stad te verjagen. Dit kan mijns inziens alleen door een universeel vervoermiddel, niet door een zoveelste alternatieve elektrische auto.’

 


Foto's en illustraties: Erik Terlouw

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.