Het hyperloopteam van de TU Delft hoort vandaag of het mee mag doen met de SpaceX-wedstrijd die morgen plaatsvindt. Het team is al een week bij de hyperlooptestbaan van SpaceX in Californië en voerde allerhande tests uit, maar de jury bepaalt vanavond pas wie er morgen de vacuümbuis in mag. 

In totaal doen achttien teams een gooi naar een plekje in de buis. Hoeveel teams er uiteindelijk mee mogen doen morgen is nog niet bekend, maar zal sterk afhangen van wat de jury deze week heeft gezien. De wagens van de teams worden uitgebreid geïnspecteerd, en ondertussen sleutelen de teams zelf ook nog aan hun bouwsels om ze zo goed mogelijk te laten rijden.

‘Tot nu toe hebben we drie tests gehad: structural inspection, battery inspection en mechanical fit check. Maar we hebben nog wel een aantal test te gaan’, vertelt Maaike Hakker van Delft Hyperloop.

Door die tests komen, was lang niet vanzelfsprekend. ‘We hebben goede en slechte dagen gehad. Soms kwamen we zo door een test heen, andere dagen moesten we uren sleutelen voor we groen licht kregen.’ 
 

Hard rijden

Waar de vorige editie van de hyperloopwedstrijd (die door Delft werd gewonnen, lees: ‘Delft Hyperloop wint wedstrijd’) draaide om ontwerp, performance en snelheid van de pods, gaat het dit jaar alleen om hard rijden. Hoe hard precies, dat moet morgen blijken in de vacuümbuis. Het streven van de competitie is 800 km/h, maar het huidige record ligt slechts op ongeveer 400 km/h. Of die streefsnelheden worden gehaald, is dus de vraag. 

Het remsysteem van de Delftse hyperlooppod. In 2,5 s staat de pod stil vanaf maximumsnelheid.

De pods moeten met een eigen aandrijving in de vacuümbuis van 1 mijl (1,6 km) lang snelheid maken en vervolgens tijdig afremmen. Hoe later een pod remt, hoe hoger de maximumsnelheid, maar crashen aan het eind is verboden.

De pod van Delft staat in 2,5 s stil. Daarbij meten allerlei sensoren heel precies waar de pod in de buis is. Daarmee hoopt het team het perfecte remmoment te kiezen. Snelheid maken gebeurt met een lichtgewicht elektromotor. Het hele ritje duurt maar 15 s en in die tijd moet het team indruk zien te maken.
 

Moordende concurrentie

Dat wil zeggen: als de Delftse Atlas01 inderdaad mee mag doen. ‘We horen zeker tot de top vier van de teams hier’, denkt Hakker, ‘Maar de concurrentie is moordend. De Ludwig-Maximilians-Universität München en de ETH Zurich hebben erg sterke teams. Het gaat erom spannen wie de buis in mag.’

Beeld: een deel van het team Delft Hyperloop pakt de pod in, voordat hij wordt verscheept naar Californië.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.