Met inzet van nieuwe technieken kan Nederland nog tientallen jaren gas uit de bodem halen en nog ruim vijftien jaar zelfvoorzienend zijn. De ingenieurs en onderzoekers van EBN leveren daaraan hun bijdrage door velden te analyseren en operators te benaderen.

‘Dat maakt het zo mooi om bij EBN te werken: we hebben een duidelijk doel’, vertelt geofysicus Mijke van den Boogaard MSc. ‘Zo goed mogelijk de Nederlandse bodemschatten benutten. Je weet waar je voor gaat en wat het oplevert voor onze samenleving.’ Naast onderzoek naar optimalisering van gaswinning is de staatsdeelneming ook actief bij de opsporing van nieuwe olie- en gasvelden. Van den Boogaard werkt sinds vijf jaar bij EBN en richt zich voornamelijk op het opsporen. Momenteel werkt ze aan het DEFAB-project, een offshoregebied van 13 500 km² ten noordwesten van Nederland. ‘Van dat gebied proberen we alle belangrijke informatie in kaart te brengen, voor zover dat nog niet is gedaan. Zo onderzoeken we aan de hand van seismiek en putdata of alle elementen aanwezig zijn voor een werkend petroleumsysteem, zoals moedergesteente (het gesteente dat het oorspronkelijke organisch materiaal heeft geleverd voor een aardolie- of aardgasreservoir, red.).’
 

Eveline Rosendaal, Mijke van den Boogaard en en Mariene Gutierrez-Neri.

'Iets anders waar ik aan werk is de Roadmap shallow gas, waarvoor ik de projectleiding op me heb genomen. We denken dat er nog veel te halen valt in ondiep gas, gasvelden op 300 tot 800 m diepte.’ Het is sinds de jaren tachtig al bekend dat die gasvelden er zijn, maar tot voor kort waagde geen producent zich eraan, omdat ze zijn omgeven door los sediment. Dat maakt dat er speciale boor- en wintechnieken nodig zijn, zodat er bijvoorbeeld geen zand mee omhoog komt. ‘Pas in 2007 werd het eerste ondiepe gasveld succesvol in productie gebracht en sindsdien zijn er nog twee andere bijgekomen. We hebben inmiddels geïnventariseerd dat er zo’n tien tot vijftien potentieel economisch rendabele, ondiepe gasvelden zijn’, aldus Van den Boogaard. ‘We moeten bij zo’n evaluatie met verschillende zaken rekening houden. Zo is een marginaal veld interessanter als er andere velden in de buurt zijn, zodat je bestaande infrastructuur als platform en pijpleidingen kunt delen.’
 
‘Dat maakt het werk bij EBN ook bijzonder. We hebben een soort overzichtsfunctie’, vult collega-geoloog Eveline Rosendaal MSc aan. ‘We voeren niet zelf de gaswinning uit, maar zijn partner in vrijwel alle olie- en gasactiviteiten in Nederland. Het delen van kennis vinden we heel belangrijk en we proberen hierin een faciliterende rol te spelen in de hoop dat niet iedereen opnieuw het wiel gaat uitvinden.’ In deze samenwerking met operators is het stimuleren volgens Rosendaal een belangrijk aspect. ‘We zien nog interessante kansen voor olie- en gasproductie in Nederland.’
 
Om deze optimaal en tijdig te benutten moet het activiteitenniveau van operators omhoog. We doen daarom veel studies naar gebieden waar nog weinig zicht op is en proberen operators te stimuleren om actief te zijn.’ Van den Boogaard vult aan: ‘Operators hebben niet altijd meteen door dat er in Nederland nog genoeg mogelijkheden zijn. Onze rol is dus om al die mogelijkheden onder de aandacht te brengen.’
 
Volgens reservoiringenieur dr. Mariene Gutierrez- Neri geldt dit ook voor haar team dat de productie van meer dan 250 bestaande gasen olievelden analyseert. ‘Wij proberen de laatste jaren ook proactiever te zijn en operators te benaderen met onze eigen analyses en nieuwe inzichten om extra gas te winnen.’ De reservoirengineers analyseren en voorspellen het productiegedrag van alle putten aan de hand van onder andere druk-, temperatuur- en debietmetingen die de operator aanlevert. ‘Natuurlijk onderzoeken we samen met de operators ook nieuwe technieken waarmee we nog meer olie en gas kunnen produceren. Dit is een goede stimulans gebleken voor operators om langer economisch olie en gas te winnen in Nederland.