Het Amerikaanse bedrijf Rocket Lab heeft gisteren succesvol een kleine raket gelanceerd met satellieten aan boord. Het lanceerplatform in Nieuw-Zeeland is van het bedrijf zelf, en dat is bijzonder. De primeur laat zien dat de ruimtevaartbusiness steeds commerciëler wordt, en minder hoeft te draaien op overheidsgeld.

Om 14.43 uur Nieuw-Zeelandse tijd kwam gisteren een Electron-raket van Rocket Lab los van de grond en ruim achteneenhalve minuut later liet die zijn lading (drie kleine satellieten van opdrachtgevers) los in een baan om de aarde.

De raket met de veelzeggende naam Still Testing werd gelanceerd vanaf Rocket Lab Launch Complex 1, een basis die is aangelegd op een schapen- en koeienboerderij op het noordelijke eiland van Nieuw-Zeeland (zie foto hieronder). Het was pas de tweede lancering van een Electron-raket, en de eerste die de geplande vlucht helemaal voltooide.


'Nieuw tijdperk'

Het bedrijf is dan ook verguld dat alles ogenschijnlijk goed verliep. ‘We zijn blij dat we deze mijlpaal al zo snel na de eerste lancering hebben bereikt. Vandaag is de start van een nieuw tijdperk van commerciële ruimtevaart’, aldus CEO en oprichter Peter Beck in een persbericht van het bedrijf.

Daarmee doelt Beck op het feit dat bedrijven die raketten lanceren (zoals SpaceX, Blue Origin en Virgin Orbit) tot nu steeds gebruik maakten van de infrastructuur van nationale overheden. Zo vertrekken veel raketten in de VS vanaf Cape Canaveral Air Force Station in Florida. Daardoor concurreren lanceringen voor commerciële satellieten soms met missies voor wetenschappelijk onderzoek. Want de vraag naar lanceerplatforms neemt toe. En het kan soms even duren voor een raket eindelijk de lucht in kan. 

En dan hebben we het nog niet eens over uitzonderlijke situaties, zoals onlangs met de government shutdown in de VS, waardoor SpaceX klaarblijkelijk een lancering moest uitstellen
 

Betaalbaar satellieten de lucht in

Nu een bedrijf voor het eerst zijn eigen basis heeft gebruikt voor een lancering, lijkt de weg vrij voor een soort ‘productie draaien’ met lanceringen. Het wordt nu immers laagdrempeliger om kleine satellieten de lucht in te krijgen. Voorheen moest een bedrijf dat een satelliet wilde lanceren, meeliften op een grote raket van NASA of SpaceX. Maar Rocket Lab kondigt nu aan dat een lancering bij het bedrijf maar 5 miljoen dollar (4 miljoen euro) hoeft te kosten.

Dat doet Rocket Lab onder meer door een kleine raket te gebruiken. Zo is de Electron-raket ‘maar’ 17 m lang, bijna 4 keer zo klein als de Falcon 9 van SpaceX, die 55 m meet. Dat heeft - uiteraard - als nadeel dat er minder lading mee kan: 220 kg om 23 ton. Maar dat is geen ernstige beperking voor veel opdrachtgevers, die satellieten omhoog willen sturen die niet veel groter zijn dan een schoenendoos (lees: 'Minisatellieten de ruimte in').


Vijftig lanceringen per jaar

De satellieten die op deze testvlucht mee gingen, dienen om foto’s van de aarde te maken en voor het monitoren van weersystemen en scheepvaartroutes. De komende weken gaan ingenieurs van Rocket Lab alle data van deze vlucht analyseren.

Het bedrijf bouwt aan nog vijf Electron-raketten en naar verwachting zal binnenkort al de volgende vlucht plaatsvinden. Uiteindelijk wil het bedrijf vijftig lanceringen per jaar uitvoeren; bijna elke week eentje. Dat is pas productie draaien.

Beeldmateriaal Rocket  Lab

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.