Wie zich straks elektronisch moet identificeren kan dat doen met smartcard of telefoon, en je krijgt zo toegang tot allerhande diensten van bank, webwinkel  of overheid. De beveiliging is beter dan met de DigiD, maar het blijft een compromis met gebruiksgemak en betaalbaarheid.

Het is de bedoeling dat ergens volgend jaar de nieuwe elektronische identificatie eID zijn intrede gaat doen. Elke gebruiker kan zich dan met een token naar wens, een smartcard of smartphone, identificeren, waarmee afzonderlijke bankpassen,  winkelkaarten en de bonte verzameling aan inloggegevens overbodig worden, tenminste voor zover de dienstverleners en winkels zich bij het eID aansluiten.

Dat klinkt als de gouden graal voor de internetcrimineel, dus voor de eID gelden hoge beveiligingseisen.  Wat er nu ligt is een compromis met gebruiksgemak en kosten.

Daarnaast zou de eID het ideale middel kunnen zijn om persoonsgegevens te achterhalen. In de opzet is daar een stokje voor gestoken door de identificatie bij een aparte dienst onder te brengen. Er zit dus een schakel tussen de identificatie en de webwinkel/dienstverlener. De laatste weet alleen dat degene die zich voor iemand uitgeeft dat ook daadwerkelijk is.

Dit najaar start een grootschalige proef met de eID, waaraan dertigduizend mensen meedoen en tientallen dienstverleners. Dan moet in de praktijk blijken  wat het gebruiksgemak is, en of de beveiliging en privacybescherming adequaat werken.

Lees het hele artikel over het elektronische identificatiebewijs op eLinea

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.