Voor het eerst is draadloze stroom doorgedrongen in een levend wezen. Een batterijloze pacemaker kan het hart van een levend konijn stabiliseren.

Tot nu toe dacht met altijd dat draadloze stroom onmogelijk in een lichaam te krijgen was, omdat het signaal niet sterk genoeg kon zijn. Onderzoekers van de Amerikaanse Stanford University laten nu zien dat het wél kan voor kleine apparaten die weinig stroom nodig hebben.

De mini-pacemaker die in het konijnenhart ging. Door het gebrek aan batterij kan een pacemaker ook bij mensen kleiner worden.

In de experimenten kreeg het konijn een piepklein pacemakertje zonder batterij. Vervolgens hielden de onderzoekers een metalen plaat boven de borst van het konijn, die met behulp van een telefoonbatterij elektromagnetische straling uitzond. Deze straling voorzag de pacemaker van stroom, waardoor het konijn een regelmatige hartslag kreeg.

Dat de golven uit het metalen plaatje door verschillende lagen vacht, vet en bot kunnen, is een doorbraak. Het leek er lang op dat de stroom teveel zou uitwaaieren op het moment dat het met weefsel in contact kwam. Dat losten de onderzoekers door via het plaatje ook een elektromagnetische straal richting het hart te schieten. Deze straal begeleidt de draadloze stroom, waarmee deze minder verspreidt en dus sterker bij het doel aankomt. De straling is volgens de onderzoekers ongevaarlijk.

De ontdekking kan uitkomst bieden voor iedereen die een klein apparaatje in zijn of haar lichaam heeft. Nu is bij een pacemaker vaak een tweede operatie nodig op het moment dat de batterij het begeeft. Met draadloze stroom hoeft een patiënt alleen maar het metalen plaatje op zijn lichaam te dragen, waardoor een risicovolle operatie voorkomen wordt. 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.