Als Nederland echt wil innoveren, moet het technische onderwijs veel meer aandacht besteden aan creatieve vorming, vindt Johann van den Noort. De Kampenaar ontwierp in vijftien minuten een waterkering die  inmiddels in twintig landen wordt verkocht en won eerder met zijn Twin-Wing Tsunami Barrier al de prestigieuze Edison Silver Award. Zonder zijn schildersatelier was het allemaal niet mogelijk geweest, legt de 75-jarige kunstenaar en uitvinder uit.

tekst Enith Vlooswijk  foto Jordi Huisman

 

Het was nacht en ik kon de slaap niet vatten. Op allerlei plaatsen in Nederland stonden dijken op doorbreken, ook hier in Kampen. Het was februari 1995. De hele dag door had ik mensen zien sjouwen met  zandzakken, waarmee ze een extra dijk op de weg hadden gelegd. Ik had als kind veel zandkastelen gebouwd op het strand in Wijk aan Zee en wist gewoon: als die dijk doorbreekt, dan spoelt het water dat zand zo  weg. Ook ons huis was dan onder water komen te staan.

Is er geen andere manier om het water tegen te houden dan te sjouwen met zandzakken, vroeg ik me af. Midden in de nacht ben ik uit bed gestapt om naar mijn atelier te gaan. Daar heb ik een schetsje gemaakt van een kering die helemaal zelfstandig het water kan tegenhouden. Het principe is eenvoudig: een polyester wand in een bak gaat vanzelf omhoog, wanneer de bak zich met water vult. Toen de schets af was, ben ik weer naar bed gegaan en in slaap gevallen.

 

Impressie van de Twin Wing Tsunami Barrier. illustratie Johann van den Noort

 

Met die eerste nachtelijke schets – ik heb hem ingelijst – ben ik aan de slag gegaan. In Hasselt hebben we eerst een model gebouwd in een zwembad en we zijn proeven gaan nemen. Het duurde twee jaar voor het  ontwerp goed werkte en verkoopbaar was. In 1998 hebben we de eerste waterkering in Meppel aangelegd, nu hebben we wereldwijd twintig distributeurs. Op alle continenten wordt het principe toegepast. Ook bij het
Van Abbenmuseum in Eindhoven, dat aan de Dommel ligt, komt er binnenkort eentje. En in Spakenburg komt de langste.

 

Spakenburg krijgt een waterkering die door het water zelf omhoog komt. Het idee is van Johann van den Noort. illustratie Waterschap Vallei en Veluwe

 

Mijn atelier is ontzettend belangrijk voor me. Mijn hele leven ben ik bezig geweest met tekenen en schilderen; ik denk dat ik vijf- tot zesduizend kunstwerken heb gemaakt in mijn leven. Elke dag ben ik bezig met creëren. Als je muzikaal bent, kun je nog niet direct piano spelen. Dat vergt vele uren oefenen. Als je goede kunst wilt maken, moet je daar dagelijks uren mee bezig zijn. Je moet ook vrij durven zijn, want iets goednatekenen is nog niet creatief zijn. Hoe vrijer je in de kunst bent, des te meer creativiteit je ontwikkelt. Door de kunst kom ik op allerlei ideeën.

 

Water

Mijn kunst en mijn uitvindingen, alles heeft te maken met water. Ik heb mijn hele leven gezeild en zelf bootjes gehad. Ook bij windkracht acht gaan we nog rustig de zee op. Als ontwerper gebruik ik vooral de  natuurwetten, zoals de Wet van Archimedes: de opwaartse kracht van water is even groot als het gewicht van het verplaatste water.

Het werk 'Birds Islands' van Johann van den Noort (2015)

In mijn kunst verbeeld ik juist de woestheid en de vrijheid van water. Als ik schilder, druipt de verf ervan af; de spetters zijn goed zichtbaar. De basiseigenschappen van water gebruik ik om iets te laten ontstaan. Ik laat ook het toeval zijn werk doen. Ik houd van golven, van watervogels en eilanden in de zee. Mensen op een eiland zien overal water, ze zijn van dat water afhankelijk en moeten het te vriend houden.

Ik gaf onlangs een lezing op de TU Delft tijdens een symposium met de titel ‘De strijd tegen het water’. Maar die strijd kun je nooit winnen. Je kunt geen druppel water vernietigen, het blijft altijd dezelfde hoeveelheid. Wel kun je je ertegen beschermen.

 

Naast die waterkering heb ik ook nog andere ontwerpen gemaakt, bijvoorbeeld een drijvend vliegveld op de Noordzee voor Schiphol en een schip waarmee je bij milieurampen snel olie van het water kunt afschrapen. Na  de tsunami in Azië ontwierp ik de Twin-Wing Tsunami Barrier. Wanneer de zee zich als voorbereiding op een tsunami terugtrekt, klapt automatisch de eerste vleugel omhoog om het kustwater tegen te houden. De  tsunamigolf krijgt daardoor minder water. De tweede vleugel klapt daarna omhoog om de kust te beschermen. Voor dit ontwerp kreeg ik in 2012 de Wall Street Journal Technical Innovation Award en in 2013 de Edison  Silver Award. Ik ben hem gaan ophalen in Chicago, waar ik toen ook het Museum of Contemporary Art heb bezocht.

 

Improviseren

Ik ben geen ingenieur. Ik heb dyslexie en heb met veel moeite mts Autotechniek gedaan en twee jaar een avondopleiding gevolgd aan de kunstacademie. Toen ik de waterkering ontwierp, had ik een autobedrijf. Dat heb ik later verkocht. Door de kunst heb ik mijn creativiteit ontwikkeld: als er een probleem is, denk ik erover na en heb ik er eigenlijk snel een oplossing voor. Het maken van een kunstwerk heeft ook altijd een probleem in zich dat je moet oplossen. Dat moet je snel doen: als ik een lijn op papier zet, bepaal ik snel wat de volgende lijn zal zijn. Niets bij voorbaat uitsluiten, dat is heel belangrijk, want creativiteit is improviseren. Elke  uitvinding is een kunstwerk en elk kunstwerk is een uitvinding.

De strijd tegen het water kun je nooit winnen

Willen we de innovatie aanwakkeren in Nederland, dan moeten we beginnen bij de basis, bij creativiteit. Innoveren kun je niet eventjes doen, dat moet je leren, dat moet je ontwikkelen bij jezelf. Toen ik op de mts zat, hadden we een paar uur in de week Creatieve Vorming, tekenen en schilderen. Dat wordt nu eigenlijk niet meer gegeven en op de universiteit al helemaal niet meer. Alles is enorm vakinhoudelijk geworden, dat is een  groot gemis.

Ik heb de universiteit in Kuala Lumpur in Maleisië bezocht. Daar hebben ze een afdeling Innovatie, waar ook veel tekenen en schilderen aan te pas komt. Ik vind het een van de belangrijkste vakken die een school kan  geven. Een taal leer je vanzelf wel, dit moet je dagelijks doen. Dat besef is er te weinig op dit moment, scholen zijn veel te technisch en te vakgericht bezig. Als ik zie wat ze in het Verre Oosten doen op dat gebied,  vrees ik dat we in Nederland nog behoorlijke concurrentie krijgen.

Een kunstenaar is misschien wel belangrijker om in dienst te hebben dan een boekhouder

Tegen productiebedrijven zeg ik wel eens dat ze eigenlijk een kunstenaar in dienst zouden moeten nemen die met ze meedenkt. Misschien is zo iemand nog wel belangrijker dan een boekhouder. Als een bedrijf een probleem heeft, dan kan een kunstenaar daar soms veel beter plossingen voor bedenken dan mensen die bedrijfsblind zijn geworden. Ik snap ook niet dat mijn waterkering niet veel eerder is uitgevonden.

 

Leonardo da Vinci

In het verleden heb ik heel veel schilderijen verkocht, vooral aan bedrijven die soms hele kantoren wilden inrichten. De laatste jaren verkoop ik minder, omdat het zo’n gedoe is en het gaat slecht met galerieën. Nooit  heb ik overwogen om van de kunst te leven. Ik vond het veel fijner om onafhankelijk te zijn. Als je kunst moet verkopen, moet je publiek het mooi vinden. En omdat ik een goede baan had, kon ik altijd de beste  materialen gebruiken. Ik ben evenveel ontwerper als kunstenaar, net als Leonardo da Vinci. Ik zou niet kunnen kiezen. Dat zie je vaker bij kunstenaars. Zo was Jan van der Heijden, de uitvinder van de brandspuit, ook
kunstenaar. Juist kunstenaars hebben de creativiteit om iets uit te vinden.

Mijn zoon neemt nu de verkoop over, ik ga door met schilderen en ontwerpen. Hoewel ik 75 ben, denk ik niet dat ik er ooit mee kan stoppen. Dat komt ook wel doordat ik christen ben, ik zie het als een opdracht van  God om de wereld een beetje beter, veiliger en mooier te maken. Ja, het is een roeping.
 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.