Het in 2008 gestarte European Institute of Innovation and Technology (EIT) functioneert slecht. Dat rapporteert de European Court of Auditors, de Europese Rekenkamer. Het is onduidelijk wat de investeringen in onderzoek en innovatie – er is 3 miljard euro beschikbaar – opleveren. Bedrijven tonen zich veel te weinig betrokken bij de projecten van het instituut. De Rekenkamer doet ook concrete aanbevelingen.


Het European Institute of Innovation and Technology (EIT) was in 2008 het geesteskind van de toenmalige voorzitter Jose Manuel Barroso van de Europese Commissie. Er was sprake van een innovatiekloof in Europese landen tussen onderwijs, vernieuwende wetenschap en het bedrijfsleven. Een nieuw instituut moest helpen die kloof te dichten.


Geen gebouw

Maar het EIT is geen onderzoekscentrum in een gebouw, met kantoren en laboratoria. Het is een paraplu voor verschillende gemeenschappen, waarin onderwijsinstellingen, instituten en bedrijven samenwerken. Ze richten zich samen op uiteenlopende, dringende maatschappelijke thema’s als klimaatverandering en gezondheid. De drie belangrijkste activiteiten die ze ontplooien zijn: onderwijs en training; onderzoek; en het starten van nieuwe bedrijven.

Het EIT begon met drie van die zogeheten knowledge and innovation communities (KICs); inmiddels zijn het er vijf. Europa heeft voor het onderzoek binnen het EIT zo’n 3 miljard euro vrijgemaakt voor de periode 2008 – 2020.


Massachusetts Institute of Technology

In naamgeving moest het EIT wellicht doen denken aan de toonaangevende Amerikaanse universiteit MIT (Massachusetts Institute of Technology), bij Boston. Maar qua prestaties komt het EIT nog niet in de buurt, blijkt nu uit een rapportage van de ‘Europese Rekenkamer’ (de European Court of Auditors), waarvan de voorzitter overigens Alex Brenninkmeijer is, de voormalige Nederlandse Ombudsman.

De belangrijkste kritiekpunten zijn:

  • De praktische afspraken (zoals de procedures voor het aanvragen van subsidies) tussen het EIT en de KICs zijn weinig geschikt voor het stimuleren van innovatie.
  • De financiële houdbaarheid van de KICs is niet sterk. Bedrijven tonen zich te weinig betrokken bij de KIC waaraan ze deelnemen, terwijl dit wel een voorwaarde is voor het slagen van het EIT. De financiering van projecten blijft beperkt tot maar een paar landen (Nederland doet het relatief goed, JH).
  • Het laat en niet frequent uitbetalen van subsidies is voor mkb-bedrijven soms een probleem, omdat zij niet de financiële armslag hebben om veel kosten voor te schieten.
  • Slecht presterende partners krijgen meestal toch gewoon betaald door het EIT.
  • Het is niet duidelijk wat de resultaten en de impact zijn van het EIT.
  • Zeven jaar na de start opereert het EIT nog steeds niet onafhankelijk van de Europese Commissie.

De eerste jaren van zijn bestaan heeft het EIT geworsteld met een groot personeelsverloop, ook op het hoogste niveau, wat de prestaties natuurlijk ook niet ten goede is gekomen.

Slecht presterende partners krijgen meestal toch gewoon betaald door het EIT.

Aanbevelingen

De Europese Rekenkamer doet in zijn rapport ook enkele aanbevelingen. ‘Als het EIT de baanbrekende, innovatieve instelling wil worden die de oprichters in gedachten hadden, zijn flinke wetgevende en operationele aanpassingen nodig’, zo valt er te lezen. Concreet zijn de aanbevelingen:

  • Contracten voor het verstrekken van subsidies zouden voor een langere duur dan een jaar moeten lopen. Ook zouden deze contracten getekend moeten zijn vóór aanvang van een project (hetgeen nu dus niet het geval is).
  • Het EIT moet meer mikken op het hebben van impact. Met dat doel voor ogen moet het autonomer opereren en moet het zijn (behoorlijk bureaucratische) regels beter afstemmen op de behoeftes van de deelnemende partijen in de KIC. Simpel gezegd: laat de deelnemende partijen minder vaak rapporteren.
  • Het EIT moet beter bijhouden wat verschillende projecten opleveren; er moet een duidelijk meetbare impact zijn.


Reactie EIT

In een reactie zeggen de bestuurders van het EIT dat ze sinds het einde van de audit, in juni 2015, al vooruitgang hebben geboekt en dat ze ‘nauw zullen blijven samenwerken met de Europese Commissie om de aanbevelingen van de Rekenkamer door te voeren.’


Te hoog gespannen verwachtingen

Experts zeggen dat de verwachtingen van het EIT van begin af aan te hoog gespannen waren. ‘Het EIT kan niet de innovatieproblemen van Europa oplossen’, vertelde Peter Tindemans tegen Science. Tindemans is directeur van een lobbyclub voor wetenschappers, EuroScience. ‘Een veel groter probleem is het gebrek aan venture capital, geld voor risicovolle investeringen, in Europa. Het EIT moet goed bedenken wat het wél kan doen en dat moet het zo goed mogelijk uitvoeren.’


Verder lezen

Het rapport van de Europese rekenkamer

De reactie van het EIT op het rapport

 

Openingsillustratie thebluediamondgallery.com / CC BY-SA 3.0

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.