De Nederlandse overheid zou, in navolging van Duitsland, energiecoöperaties beter moeten helpen. Dat kan bijdragen aan een versnelling van de energietransitie. Dat concludeert Gabriella Dóci op basis van haar promotieonderzoek aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Haar boodschap voor de aankomende nieuwe Nederlandse regering is duidelijk, zo op Prinsjesdag. Die kan een stuk méér ondersteuning bieden aan burgers en boeren die erover denken om met een groepje een windmolen of veld vol zonnepanelen te gaan uitbaten. Buurland Duitsland is daarbij een aansprekend voorbeeld. Daar spelen energiecoöperaties een belangrijke rol in de overgang naar duurzame opwekking van stroom (lees: ‘Duitsland walhalla voor energietransitie’). ‘Ongeveer de helft van de opgewekte groene stroom komt daar van coöperaties’, vertelt Dóci, die vorige week promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
 

Zonneweide

Hoewel de energiecoöperaties in Nederland nog maar een klein aandeel voor hun rekening nemen, waren er ten tijde van haar onderzoek (twee jaar geleden) al een paar honderd actief. Die variëren van een groep buurtbewoners die gezamenlijk zonnepanelen inkopen met korting tot bewoners van een wijk die samen een bedrijf starten om een zonneweide aan te leggen voor eigen stroom en om uit te baten. Dat laatste is in juridische zin een echte coöperatie.


Spaargeld

De redenen om een coöperatie op te richten, lopen uiteen, zo ontdekte Dóci. Zo is het leggen van zonnepanelen een manier om en beetje rendement te maken op spaargeld. 'Dat kun je individueel doen, maar ook in groepsverband.'

Verder zijn er de idealistische motieven: het voelt goed om mee te helpen je wijk aan de groene stroom te hangen. ‘De meeste mensen die meewerken aan een coöperatie doen dat dan ook vrijwillig’, zegt Dóci.
 

Ingewikkeld

Is dat niet ontzettend ingewikkeld, zelf een energiebedrijf starten? ‘Ik heb boeren in Duitsland gesproken die vooraf geen enkele kennis hadden over de energiemarkt. Maar door alles stap voor stap aan te pakken, te Googelen en hun persoonlijke contacten te benutten, leerden ze steeds bij. Heel soms zaten ze vast en dan huurden ze even een expert in.’
 

Stimuleren

In Duitsland hebben coöperaties lang de vruchten geplukt van een stabiel en aantrekkelijk teruglevertarief voor teveel opgewekte groene stroom. ‘Daar ging duidelijk een stimulerende werking van uit. Maar sinds 2014 is die regeling er niet meer en zien we ook duidelijk dat de groei terugloopt.’
 

Zekerheid bieden

Volgens Dóci is de les voor Nederland dat je het deelnemen aan coöperaties kunt stimuleren door ze zekerheid te bieden voor langere tijd. ‘Burgers willen meestal geen hoog risico lopen, maar vooral de zekerheid hebben van een aardig rendement op hun investering.’ De overheid kan daarvoor zorgen door een teruglevertarief te garanderen zoals Duitsland had, maar ook door bijvoorbeeld contracten met coöperaties af te sluiten voor het afnemen van hun stroom.

Ook op praktische manieren kan de overheid energiecooperaties beter helpen. ‘Bied juridische ondersteuning bij het afsluiten van contracten met energieleveranciers. En aan het begin is het ingewikkeld om de aansluiting van je windmolens of zonnepanelen op het stroomnet te regelen. In Duitsland is de netwerkbeheerder verplicht om dat te doen.’

Lees ook dit persbericht van NWO.


Openingsbeeld: windturbines in Oostenrijk.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.