Hoe kan het dat minister Henk Kamp in zijn Energierapport treffend de voetangels en klemmen schetst van de transitie naar een CO2-arme samenleving, maar die vervolgens koppelt aan de zinloze weg van een Energiedialoog? Om verder te komen moet hij de noodzakelijke innovatie krachtig ter hand nemen, vindt dr. Henk van Latesteijn.

In zijn Energierapport heeft minister Kamp de dilemma’s die spelen bij de overgang naar een CO2-arme energiehuishouding evenwichtig in kaart gebracht. Op tal van terreinen, zoals de energie-intensieve industrie, ruimteverwarming, energieopwekking en mobiliteit, zijn systeeminnovaties noodzakelijk.

De minister schuwt daarbij kernenergie en de opslag van CO2 niet. Die zijn weliswaar omstreden, maar wellicht onmisbaar om de stevige doelstellingen te bereiken. Het toont een frisse blik, die de heilige huisjes in de energiediscussies niet ontziet.

En wat is dan vervolgens het handelingsperspectief dat de minister schetst?

Zwaktebod

De Energiedialoog. Ik noem dat een zwaktebod. Als we geen idee hebben wat te doen, dan maar een dialoog.

Maar de uitkomst daarvan ligt al op voorhand vast. Zonder enige dwang tot welke overeenstemming dan ook te komen, gaat iedereen weer zijn eigen stokpaardjes berijden. Kortom, we herhalen nog eens onze ingesleten meningen die we sinds de oliecrisis van de jaren zeventig over het energiesysteem hebben gevormd.

Terwijl het zo voor de hand ligt wat de overheid zou moeten doen: zet alles op alles om die noodzakelijke systeeminnovaties daadwerkelijk van de grond te krijgen. Hoe je dat doet? Door alle belangrijke stakeholders – kennisinstellingen, bedrijfsleven, organisaties van gebruikers en de overheid zelf – collectief eigenaar te maken van de innovatieopgave en duidelijke doelen af te spreken.

In 2020 moet het transport zoveel schoner zijn, in 2030 krijgt de chemische procesindustrie zijn eerste proeffabrieken, enzovoorts. Bij een dialoog mag je op zijn best hopen dat die iets oplevert, maar hierbij ligt het resultaat vast en daar wordt vervolgens ook op gestuurd.

Third Spaces

Ik ontleen dit idee aan wat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid indertijd in zijn rapport Innovatie vernieuwd de creatie van Third Spaces noemde. De kern daarvan is dat de deelnemers aan de innovatieopgave hun eigen afrekencriteria moeten loslaten. Voor het bedrijfsleven is dat de eis van rendement, voor de wetenschapper de publicatie in een peer reviewed-tijdschrift, voor de organisatie het versterken van de eigen agenda en voor de overheid het behoud van haar machtspositie. Dat alles telt hier niet meer, alleen het behalen van het geformuleerde resultaat is van belang.

Doorbreken

Deze benadering sluit aan bij wat inmiddels is geschreven in karrenvrachten literatuur over verandermanagement, het doorbreken van bestaande praktijken. Dat is weliswaar veel minder gemakkelijk dan het organiseren van zo’n dialoog, maar biedt wel een actieperspectief met kans op resultaat. En de enige partij die dit type innovatie kan organiseren, is de overheid.

Dus minister Kamp, besteed daar uw tijd aan, en verspil die niet met de zoveelste heilloze dialoog. 

Dr. Henk van Latesteijn, voorheen directeur van het innovatieprogramma TransForum, is managing partner van Value Mediation Partners en richt zich op het doorbreken van patstellingen in organisaties.


Illustratie: Joost Stokhof

 

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.