Dertig procent brandstofreductie werd bereikt met een propellorvliegtuig dat een verbrandingsmotor combineert met elektrische aandrijving. Deze week werd de Watts-up succesvol getest.


De test werd uitgevoerd door onderzoekers van de Universiteit van Cambridge, in samenwerking met vliegtuigfabrikant Boeing. Het ging om een bestaande eenzitter, waarin de aandrijving volledig is veranderd. Deze bestaat in het testtoestel uit een elektromotor en verbrandingsmotor, die samen de propellor aandrijven. Verder is het toestel, de Watts-up genoemd, uitgerust met batterijen die door de verbrandingsmotor kunnen worden opgeladen.

Bij de start werken beide motoren samen om voldoende vermogen te genereren. Eenmaal in de lucht op kruissnelheid heeft het toestel voldoende aan de elektrische voortstuwing, waarbij de stationair draaiende verbrandingsmotor de batterijen kan opladen. De power management die de onderzoekers gebruiken is vrijwel dezelfde als die van een hybride auto. Vergeleken met een vlucht alleen op brandstof realiseerde de Watts-up een besparing van dertig procent.

Een bottleneck voor hybride luchttoestellen vormde tot nu toe het gewicht van de batterijen, maar met de ontwikkeling van laptops en tablets zijn die steeds lichter geworden. De onderzoekers gebruikten zestien Li-polymeerbatterijen die werden ondergebracht in de beide vleugels van het testtoestel. Commerciële hybride luchtvaart is vooralsnog geen optie: als het gewicht van de straalmotoren en brandstof van een modern lijntoestel zou worden vervangen door batterijen, dan zou die hooguit tien minuten kunnen vliegen.
 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.