Doelen en drijfveren

Veronika Cheplygina, universitair docent medische beeldanalyse aan de Technische Universiteit Eindhoven, strijdt voor meer openheid en inclusiviteit in de academische wereld. Zelf blogt ze over haar ervaringen met stress, falen en ziekte. Een gesprek over wat haar drijft.

‘De openheid over mislukkingen is zo langzamerhand de rode draad door mijn loopbaan aan het worden. Welke algoritmen heb je nodig om de beelden uit een medische scanner automatisch te analyseren? Daar draait het om in mijn onderzoek.

Onderzoekers publiceren voortdurend nieuwe state-of-the-art-methoden en kijken te weinig naar bestaande kennis en reeds op geloste problemen. Ik maak een soort meta­analyse van al die methoden, want ik vind het belangrijk om ook te delen wat níet werkt.’


Impact

‘Tijdens mijn postdocopleiding merkte ik dat ik het overzicht verloor. Eigenlijk had ik drie banen tegelijk. Naast mijn onderzoek probeerde ik een eigen onderzoekslijn op te zetten en moest ik solliciteren voor een volgende aanstelling. Ik begon te experimenteren met productiviteitsmethoden, zoals Getting things done van David Allen. Mijn ervaringen met die methoden ben ik gaan delen in een blog.

Nadat ik zo was vastgelopen, had ik eigenlijk verwacht dat ik de academische wereld zou verlaten. Ik raakte geïnspireerd door Melanie Stefan, een postdoc aan het California Institute of Technology, die over haar cv of failures schreef in tijdschrift Nature.

Ik besloot ook een blog te schrijven over afgewezen artikelen, banen die ik niet heb gekregen en fondsaanvragen die niet werden gehonoreerd. Er kwamen veel positieve reacties op. Dat stimuleerde mij om een blogserie te maken, waar ook andere academici hun mislukkingen deelden. Die serie heeft, denk ik, meer impact gehad dan al mijn wetenschappelijke publicaties bij elkaar.’


Helpen

‘Tijdens mijn masterstudie aan de TU Delft was maar tien procent van de studenten vrouw. Ik dacht toen nog even dat dat geen probleem was: vrouwen vonden mijn studie blijkbaar niet interessant. Tijdens mijn promotieonderzoek veranderde dat beeld: ik zag vrouwelijke senioronderzoekers die tegen problemen aanliepen en niet serieus werden genomen. Zelf ervoer ik ook problemen, bijvoorbeeld toen een onderzoeker tijdens een conferentie aan mijn begeleider vroeg waar mijn onderzoek over ging. Terwijl ik ernaast stond.

Ben je een eerstegeneratie academicus, zoals ik, kun je bepaalde kansen missen. Als je in die wereld nog geen netwerk hebt, mis je bijvoorbeeld de mogelijkheid om te worden voorgedragen voor een beurs. Jonge onderzoeksters wil ik daarom graag helpen, door met hen te praten en hun twijfels weg te nemen.’


Openhartig

‘Toen ik eenmaal zo open was geweest over werkgerelateerde mislukkingen, durfde ik ook eerlijk te zijn over mijn ziekte. Onlangs publiceerde ik een blog over de bipolaire stoornis die vorig jaar bij mij werd vastgesteld. De openheid over perioden van depressie, zou negatief kunnen uitpakken voor mijn verdere carrière.

Aan de andere kant zie ik niet wat ik nog meer zou kunnen verliezen, nu ik al zo openhartig ben geweest over mijn werk. Ik vind ook dat ik het ver ­ schuldigd ben aan de wereld om dit te delen. Vooral aan jonge mensen. Ik zou willen dat er meer realistische voorbeelden komen van hoe het is om te werken in de wetenschap.’


Samenwerken

‘Ik ben nu universitair docent en ik zou al heel tevreden zijn met een positie als universitair hoofddocent. Dat geeft me de mogelijkheid om begeleider en promotor te zijn van promovendi. Graag zou ik een kleine groep onderzoekers willen aanstellen die prettig samenwerken. Gewoon een gezellige plek waar mensen eerlijk onderzoek doen en leuk met elkaar omgaan. Het hoort een beetje bij een academische carrière om grote doelen en ambities te hebben, maar ik plan niet zo veel voor de toekomst. Er is toch al van alles gebeurd wat ik niet had verwacht.'


Tekst: Amanda Verdonk
Foto: Bianca Sistermans

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.