Wil kernenergie een rol spelen in een CO2-arm energiesysteem, dan zullen de kosten ervan flink omlaag moeten. Dat is de centrale conclusie van een rapport van het Amerikaanse Massachusetts Institute of Technology (MIT).
Wat heeft kernenergie voor duurzaamheid te bieden? Volgens prof.dr.ir. Jacopo Buongiorno, een van de auteurs van de MIT-studie, is het technisch prima mogelijk alle elektriciteit te produceren met bronnen die niet op bestelling leveren, zoals zon en wind. Maar je hebt dan wel energieopslag nodig, én een dusdanige overcapaciteit aan opwekkingsvermogen, dat je elektriciteitssysteem daar wel heel duur van wordt.
Zon en win hebben heel veel overcapaciteit nodig
Uitgaande van verregaande CO2-reductie is er zonder kernenergie, dus met alleen hernieuwbare bronnen, een opwekkingscapaciteit nodig die vijf keer groter is dan als je ook kernenergie laat meedoen. De achterliggende reden is niet zo moeilijk te begrijpen: kernenergie kan leveren naar behoefte, met wind en zon moet je een energievoorraad aanleggen.’
Zelfs als wind en zon flink in prijs blijven dalen, dan nog helpt kernenergie het duurzame elektriciteitssysteem betaalbaar te houden. Maar dan moet wel aan een belangrijke voorwaarde zijn voldaan: kernenergie moet veel goedkoper worden.
De nucelaire industrie schiet tekort
En daar gaat het volgens Buongiorno mis, vooral in het Westen bij de bouw van nieuwe kerncentrales. De investeringskosten zijn al gauw zo’n 6800 euro per kW. ‘Tien jaar geleden was er nog sprake van een nucleaire wedergeboorte; er zouden dertien nieuwe centrales komen. En kijk wat er is gebeurd? Het kost al enorm veel moeite om er twee van de grond te krijgen. Niet omdat de techniek niet deugt of omdat mensen bang zijn voor kernenergie, maar louter en alleen omdat de prijs van de stroom niet meer kan concurreren op de elektriciteitsmarkt. Er zijn zelfs centrales die al dertig jaar in bedrijf zijn, waarvan de investeringskosten al zijn afgeschreven, die het financieel toch niet redden.’ Gaan die kosten niet omlaag, dan bestaat volgens Buongiorno over het lot van kernenergie geen enkele twijfel. ‘Ook de bijdrage aan CO2-reductie zal dan niet voldoende zijn voor een grotere rol. Kernenergie zal dan als een nachtkaars uitgaan.’
Buongiorno verwijst onder meer naar de nieuwe Europese kerncentrale EPR die momenteel in Zweden en Frankrijk in aanbouw is en de AP1000 waarvan er twee in Amerika in de steigers staan. Consequent duurt de bouw vele jaren meer dan gepland en worden de budgetten met miljarden overschreden.
‘Kennelijk is de industrie verleerd hoe die nieuwe centrales moet bouwen. Er is 25 tot 30 jaar niets nieuws gebouwd, dus een management- of ingenieursteam met ervaring is er niet. De nieuwbouwprojecten zijn voor de industrie in feite weer een eerste project in zijn soort.’
Ouderwetse aanpak
Wat ook speelt, is de wijze waarop de centrales worden gebouwd. ‘Dat gebeurt nog steeds heel klassiek: al het materieel wordt naar de bouwlocatie gebracht en ter plekke in elkaar gezet. Met hoge productiviteit en relatief lage arbeidskosten is dat prima te doen, maar van beide is geen sprake in het Westen. Bij ons piekte de productiviteit bij het bouwen van kerncentrales in de jaren vijftig; sindsdien is die alleen maar gedaald. We zullen in het Westen dus een andere aanpak moeten ontwikkelen. Produceer zoveel mogelijk in een fabriek waar de productiviteit hoog ligt en gebruik de bouwplaats alleen om grotere eenheden samen te voegen.’
MEER LEZEN OVER DE ROL VAN KERNENERGIE?
Wil je het volledige verhaal over kernenergie lezen in het oktobernummer van De Ingenieur? Koop dan de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25 %! - een digitaal jaarabonnement van 12 nummers voor € 69,-.
Nieuwsbrief
Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.