Je zweet bevat stoffen die informatie bevatten over je gezondheid. Een biosensor kan die stoffen meten, maar dan moet je wel zweten. Daar hebben Amerikaanse wetenschappers nu iets op bedacht: een biosensor die de zweetklieren stimuleert.

Als de arts je eens grondig wil onderzoeken, neemt ze een beetje bloed af en stuurt dat naar het lab voor analyse. Dat is de beste methode, maar het kan ook sneller en handiger: dankzij technologische vooruitgang komen er chips aan die bloed ter plaatse analyseren, zonder dat er nog een laboratorium aan te pas komt (lees: ‘Chiptechnologie maakt snelle diagnose mogelijk’), voor bijvoorbeeld een snelle HIV-test (lees: ‘Draagbare HIV-test op USB-stick’).

Maar voor het meten aan bloed moet er een onderdeeltje van de chip (een naaldje) het lichaam in en dat is niet altijd gewenst. Daarom zijn wetenschappers geïnteresseerd in het zweet dat óp je huid ligt. Ook deze lichaamsvloeistof bevat namelijk talloze biomarkers; stoffen waarvan een verhoogde concentratie kan duiden op een ziekte.
 

Zweetklieren stimuleren

Alleen komt zweet niet vanzelf naar buiten; daar heb je lichamelijke inspanning voor nodig. En dat is onpraktisch, want je kunt van een patiënt niet vragen om tot zwetens toe op een hometrainer te gaan fietsen omdat een arts een paar metingen wil doen.

Daar hebben onderzoekers van de University of Cincinatti nu iets op gevonden. Ze hebben een manier bedacht waarmee een kleine biosensor die op de huid zit een paar zweetklieren kan stimuleren. Zo komt er lokaal een beetje zweet uit de huid, waarmee de sensor vervolgens zijn metingen kan verrichten.

Het grootste voordeel boven bloed is dat je met zweet vele opeenvolgende metingen kunt verrichten, zonder dat het vervelend wordt; je hebt er niet zoveel last van. Dat is voor artsen heel nuttig, bijvoorbeeld wanneer ze willen monitoren hoe het gaat met een hartpatiënt die net is ontslagen uit het ziekenhuis. Als het goed is, dalen de niveaus van de stofjes die samenhangen met – bijvoorbeeld – het hartinfarct.
 

Oogdruppelstofje

‘Hoewel je het prima kunt gebruiken voor een medische analyse, hebben onderzoekers zweet lange tijd links laten liggen. Het probleem was dat je er niet van op aankon dat je zweet voorhanden had. Ons doel was om methoden te ontwikkelen die zweten stimuleren, zodat het beschikbaar is wanneer en zolang het nodig is’, zegt hoofdonderzoeker Jason Heikenfeld van de University of Cincinatti.

Het apparaatje gebruikt hiervoor de stof carbachol die ook in oogdruppels zit en die zweten stimuleert. In hun studie brachten de onderzoekers bij proefpersonen een biosensor aan op de onderarm. Die liet 2,5 minuut lang carbachol vrijkomen op de huid, waarna de sensor een halfuur lang stoffen in het zweet mat. De stof blijkt zweetklieren tot vijf uur lang te stimuleren en zweet komt gelijkmatig verdeeld vrij. Over vervelende geurtjes zegt het persbericht niets.
 

Hoofdonderzoeker Jason Heikenfeld (links) tijdens een test met een proefpersoon, die de biosensor op zijn onderarm draagt.

 

Draagbare sensor

Het einddoel dat de onderzoekers voor ogen hebben, is een draagbare sensor die artsen kunnen inzetten om hun patiënten in de gaten te houden zonder dat er steeds bloed moet worden geprikt.

Maar ook vanuit andere takken is er belangstelling voor dit werk. De Amerikaanse luchtmacht wil bijvoorbeeld graag niveaus van cortisol in zweet kunnen meten bij straaljagerpiloten, want die hangen samen met stress. Het idee daarachter is dat als je weet welke situaties stress opleveren, je er ook iets aan kunt doen.
 

Foto’s: University of Cincinnati

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.