Nieuwe woningen moeten in Nederland vanaf nu voldoen aan richtlijnen voor klimaatbestendigheid. Dat besluit is afgelopen woensdag bekrachtigd door het kabinet.

 

Wie zijn zinnen heeft gezet op een leuk nieuwbouwhuis in een van de uiterwaarden van een grote rivier, zal wellicht van een koude kermis thuiskomen. Vanaf nu moeten woningen die nieuw gebouwd worden bestand zijn tegen het klimaat van de toekomst.

Concreet betekent dit dat woningen alleen nog op locaties gebouwd kunnen worden die ook over enkele tientallen jaren nog geschikt zijn om te wonen, of dat de bouwstijl aan de veranderende omstandigheden wordt aangepast – denk bijvoorbeeld aan drijvende woningen.

 

Maatlat

Woningbouwbedrijven moeten rekening houden met de toenemende kans op  overstromingen, wateroverlast, extreme droogte, hitte en bodemdaling, en de woningen zo bouwen dat ze ook in de toekomst nog bewoonbaar zijn.

Hiervoor heeft het kabinet een ‘landelijke maatlat voor een groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving’ in het leven geroepen, die op 19 april werd bekrachtigd door minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat, minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof en de medeoverheden.

 

Klimaatbestendig en waterrobuust

De ‘klimaatlat’ bevat tevens richtlijnen voor de impact die de bouw zelf mag hebben op de natuurlijke omgeving. Bij de bouw dient rekening te worden gehouden met de gevolgen voor het water, de bodem, en de biodiversiteit.

In 2050 moet Nederland klimaatbestendig en waterrobuust zijn ingericht, schrijft het kabinet. ‘Dit doen we door toepassing van meer groen in en om de stad en door een betere balans van het bodem- en watersysteem te creëren.’

Het uiteindelijk doel is de negatieve gevolgen van klimaatverandering op de gezondheid van mensen te beperken en de overlast voor mensen en schade aan gebouwen en hun directe omgeving zoveel mogelijk tegen te gaan.

 

Water en bodem sturend

Het water en de bodem worden dus weer sturend, zoals het kabinet eind november vorig jaar al aankondigde. De mens moet zich aanpassen aan de natuurlijke omstandigheden, zoals dat tot duizend jaar geleden altijd al gebeurde. Pas na die tijd zijn Nederlanders het land naar hun hand gaan zetten, met dijken, sloten, pompen en gemalen.

‘Daar zijn we trots op, en we hebben vertrouwen in de maakbaarheid van het landschap’, schreef het kabinet vorig jaar in een brief aan de Tweede Kamer, ‘maar nu lopen we tegen de grenzen van het water- en bodemsysteem aan.’

Dat heeft uiteindelijk invloed op de beschikbaarheid en kwaliteit van het drinkwater, op de scheepvaart, op de landbouwopbrengst en op de natuur.

 

Belangrijke stap

‘Dit is een belangrijke stap in het beleid rond de toekomstige leefomgeving’, zegt Nikéh Booister, adviseur waterveiligheid en klimaatadaptatie bij ingenieursadviesbureau Sweco. ‘Gebiedsontwikkeling is een gedeelde taak van heel veel verschillende partijen. Het is essentieel dat die dezelfde taal spreken. Want wat betekent “bestand zijn tegen klimaatverandering” eigenlijk? Deze maatlat helpt om het concreter te maken, zodat we straks allemaal op één lijn zitten.’

 

Niet dwingend

De maatregelen zijn nog niet dwingend en kunnen per locatie verschillen, afhankelijk van bijvoorbeeld de grondsoort en bebouwing in de omgeving.

Hoewel het kabinet schrijft dat het klimaatbestendig maken van Nederland met de nieuwe aanpak minder vrijblijvend wordt, is de maatlat vooralsnog niet meer dan een voorstel met richtlijnen en normen. Zowel de juridische borging als de financiële consequenties moeten nog worden verkend.

Booister had eigenlijk toch op iets stevigers gehoopt. ‘In de verschillende regio’s is men al langer met dit onderwerp bezig, en zijn de uitwerkingen vaak al concreter dan deze maatlat. Ik had graag duidelijker prestatie-eisen gezien. Al begrijp ik dat dat lastig is, want de opgave is complex en er zijn grote verschillen tussen regio’s.

 

Openingsbeeld: Depositphotos

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.