De zomers worden steeds heter. Met name in steden is daar niet tegen op te koelen. Hittestress schaadt niet alleen de economie, maar kost ook levens. Tijd voor een nieuwe benadering van de hittestresstest die gemeente moeten uitvoeren, met meer oog voor gezondheids- en sociale aspecten. ‘Het beperken van hittestress moet buiten beginnen.’ Meer groen, meer water, meer schaduw.
Als u op 9 juni 2023 op zoek ging naar een tweedehands airconditioning, dan was u bepaald niet de enige. De advertentiewebsite Marktplaats registreerde die dag maar liefst honderdduizend zoekopdrachten naar mobiele airco’s. Vooral in het zuiden en oosten van het land waren ze gewild: van Almelo en Eindhoven tot de hele provincie Limburg bestond dringende behoefte aan verkoeling. De weersverwachting beloofde dan ook weinig verbetering. Het zou de heetste junimaand worden die ooit in ons land was gemeten.
Het klimaat verandert en dat leidt bij ons tot steeds warmere zomers (zie kader Recordzomers). Airco’s kunnen de temperatuur in binnenruimten een stuk draaglijker maken, maar uiteindelijk is tegen die hitteontwikkeling niet op te koelen – en bovendien is het de vraag of dat wenselijk is. Met name in steden laat de hitte zich in toenemende mate voelen. Door de vele gebouwen, asfaltwegen en andere verharde oppervlakten slaan steden de warmte gedurende de dag op, om die in de loop van de avond en nacht langzaamaan weer af te geven.
Het gevolg van dit Urban Heat Island (stedelijk hitte-eiland)-effect is groot: in de stad kunnen de temperaturen tot wel 8 graden Celsius hoger liggen dan in de direct omliggende gebieden. Dat schaadt de economie – probeer maar eens te werken bij zulke verzengende temperaturen of te slapen in een veel te warme slaapkamer – maar belangrijker nog: het kost levens. Door een aan klimaatverandering toe te schrijven extra temperatuurstijging, sterven er in Nederland jaarlijks 250 mensen meer dan normaal, berekende het RIVM in 2021. Bij de hittegolf van 2020 stierven er zelfs liefst 650 mensen meer.
Stresstest
Als grootschalige inzet van airco’s niet de gewenste oplossing is, wat dan wel? Hoe houden we de steden leefbaar bij deze stijgende temperaturen? Hoe beschermen we met name de kwetsbare groepen, zoals de ouderen, van wie de gezondheid bij hittegolven in het geding komt?
Robert Scherpenisse, adviseur beheer op het gebied van de bebouwde omgeving bij ingenieurs- en adviesbureau Antea Group, ziet een kanteling. ‘Maatregelen tegen wateroverlast krijgen nog altijd vaker de nadruk en op dat vlak is de afgelopen jaren ook het meeste werk verzet. Water kennen we immers al lang als bron van problemen. Van hitte was dat onbekend. Maar dat verandert nu. De bewustwording over hittestress groeit. Gemeenten reserveren ook bewust budget voor het tegengaan van hitte.’
Sinds 2018 moeten gemeenten een stresstest laten uitvoeren op vier klimaatgerelateerde thema’s. Zo moet duidelijk worden waar de risico’s liggen op het gebied van wateroverlast, droogte, hitte en overstroming. Hoe zo’n test er in de praktijk uit moet zien, mogen de gemeenten zelf invullen; vaak zijn het ingenieurs die ervoor worden ingeschakeld.
‘Welke aspecten we in zo’n onderzoek precies meenemen, hangt af van de vraag van de betreffende gemeente’, zegt Scherpenisse. ‘Wil men weten waar de hotspots zijn in de stad? Of wil men juist inzichtelijk krijgen waar in de stad zich de voor hitte kwetsbaarste groepen bevinden?’
Dit is niet het volledige artikel. Het hele verhaal staat in De Ingenieur van juni 2024. Interessant? Neem eens een proefabonnement van drie nummers voor 25 euro.
Sociale component
De Hogeschool van Amsterdam heeft samen met TNO een mind map gemaakt, speciaal om gemeenten te helpen oog te krijgen voor de verscheidenheid aan problemen die er door hitte kunnen ontstaan en die in een hittestresstest aan bod zouden moeten komen. De geschetste situaties variëren van uitval van energiecentrales door verdamping van het koelwater tot problemen bij grote evenementen en van gezondheidsklachten bij de kinderopvang tot smeltend asfalt of bruggen die niet meer sluiten.
De waaier aan mogelijke problemen maakt wel duidelijk dat niet alles met ingenieurswerk is op te lossen. Stephanie Erwin, onderzoeker klimaatbestendige stad Hogeschool van Amsterdam, werkt dan ook aan een voorstel voor een nieuwe benadering van de hittestresstest.
‘Nu vindt er eerst een stresstest plaats en dan volgt er een risicodialoog met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor klimaatadaptatie en misschien beheerders van kwetsbare locaties’, zegt Erwin. ‘Maar met de gewone mensen zelf wordt niet gesproken. De ingenieursbureaus die de testen uitvoeren, missen de sociale component.’ Dan ontstaat het risico dat mensen die het hardst roepen wel worden geholpen, maar de kwetsbaren juist niet, wat de hittestresstest van nu oneerlijk maakt, zegt Erwin – die zich meteen verontschuldigt: ‘Sorry, maar ik ben nu eenmaal erg gepassioneerd over dit onderwerp.’
Bij de nieuwe benadering die óók en juist oog heeft voor gezondheids- en sociale aspecten op en niet alleen maar voor ruimtelijke ingrepen – hoopt ze ook gemeenten en ingenieursbureaus te betrekken. Een uitgangspunt wordt maatwerk en het betrekken van alle disciplines. ‘Niet alleen klimaatexperts, ingenieurs, verkeerskundigen en planologen, maar ook experts in de sociale wetenschappen’, zegt Erwin.
Kostbaar
Een stad hittebestendiger maken is echter een kostbare operatie. Architecten- en ingenieursbureau Sweco probeerde enkele jaren geleden als eerste een schatting te maken van wat het kost om de Nederlandse steden weerbaar te maken tegen de gevolgen van klimaatverandering. Tot het jaar 2050 zou het gaan om een bedrag van tussen de 32 en 62 miljard euro: het meeste om wateroverlast te voorkomen, maar maximaal elf miljard ter voorkoming van extra zieken en sterfgevallen en vermindering van de arbeidsproductiviteit als gevolg van toenemende hitte.
Dat bedrag geldt alleen voor de aanpassing van de bestaande bebouwde omgeving. Nieuwbouw – is te hopen – kan in één keer goed. Maar Sweco’s senior adviseur klimaatadaptatie Elwin Leusink merkt in een whitepaper op dat ook klimaatadaptatieve nieuwbouw maar moeizaam op gang komt, waardoor het risico ontstaat ‘dat aankomende decennia onnodig extra kosten moeten worden gemaakt.’
Dichte boomkronen
De maatregelen die helpen tegen oververhitting van een stad zijn niet eens zo ingewikkeld om te bedenken. Simpelweg zijn drie factoren van belang. De eerste factor: het verlagen van de luchttemperatuur, wat kan door reflectie te beperken en verdamping te verhogen. In de praktijk betekent dat: minder asfalt, meer groen en meer water.
De tweede factor: het verlagen van de gevoelstemperatuur door het bieden van schaduw, met andere woorden: plant bomen of maak waar dat niet kan overkappingen. De derde: verminder de warmteopslag in materialen, om zo afkoeling na zonsondergang te bevorderen. Groene daken kunnen daarin bijvoorbeeld een rol spelen.
Laura Kleerekoper, docent aan de Hogeschool van Amsterdam, onderzoekt de ruimtelijke implicaties van klimaatadaptatiemaatregelen in steden. Voor het project ‘De hittebestendige stad’, samen met onder meer de Wageningen Universiteit & Research en Hogeschool Van Hall Larenstein, bracht ze enkele dagen door op een zonovergoten Steve Bikoplein in Amsterdam Oost. ‘We hadden warme dagen nodig van 25 graden Celsius of meer, zonder wolken’, zegt ze. Van verschillende boomsoorten mat ze de gemiddelde koeling om te kunnen vaststellen waaraan bomen hun verkoelende werking nu precies ontlenen.
Dit is niet het volledige artikel.
Meer lezen over hittestress in de stad?
Lees het volledige artikel in het juninummer van De Ingenieur. Koop hier de digitale versie voor €9,75 of neem een abonnement!
Openingsbeeld: Shutterstock
Nieuwsbrief
Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.