column

Afgelopen zomer heb ik in mijn vrije tijd gewerkt aan mijn lichtgevende skateboard. Een paar jaar geleden had ik een led-strip aan mijn longboard bevestigd waarbij ik het lichteffect van de leds in de strip met dezelfde snelheid naar achteren liet bewegen als de voorwaartse snelheid van het board, die ik mat met een sensor. Het lijkt er dan op alsof de lichten stil staan ten opzichte van de straat, terwijl je langsrijdt op je board. Supercool effect, maar de manier van maken was slordig: veel ducttape en hotglue hielden alles bij elkaar. Het zag er niet uit als een project waar een ingenieur trots op kan zijn.

 

Ik had online ondertussen andere mensen gevonden die ook een led-strip aan hun longboard hadden gemaakt, al zij het zonder het snelheidsafhankelijke effect. Deze makers hadden het wel netjes gemaakt: alles zat vast aan het board met 3D-geprinte houdertjes die ze zelf ontworpen hadden. Als goede makers hadden ze de ontwerpen gedeeld. Daarmee werd de upgrade van mijn board een eitje: op print drukken, op mijn board schroeven en klaar, een prachtig afgewerkt longboard met snelheidsafhankelijke lichteffecten.

Nu 3D-techniek volwassen wordt, is het ook belangrijk om ons steeds af te vragen of het wel nodig is. 

Niet veel later kwam ik nog een 3D-printproject tegen. Op Twitter zag ik dat iemand een houder had geprint, waarin je een spiegel kon klikken en vervolgens boven op het scherm van een laptop kon vastklikken. Daarmee werd de webcam in de laptop een documentcamera. Ideaal voor docenten die tegenwoordig thuis les moeten geven om even een aantekening goed in beeld te brengen. Ik was de 3D-print bestanden al aan het downloaden toen ik dacht: ‘Wacht eens even, dat kan toch ook met een stukje karton?’. Nog geen vijf minuten later had ik de vorm uit een oude doos geknipt, spiegeltje erin en voilà: werkte net zo goed.

Een paar jaar geleden was 3D-printen nog nieuw en hoorde je dus vooral wat er allemaal mee kan: van geweldige interactieve mode van Anouk Wiprecht tot goedkoop geprinte protheses van handen. Nu de techniek een beetje volwassen wordt, is het ook belangrijk om ons steeds af te vragen of het wel nodig is. Is het wel de beste oplossing?

Bij de houders voor de led-strip wat mij betreft zeker wel. Om die houders van metaal maken kost heel veel tijd en de markt is veel te klein om hier een giet-spuitmal voor te laten maken voor productie op grote schaal. 3D-printen is ideaal voor dit soort kleine oplagen. Bij de documentcamera was de 3D-printer echter overkill: een makkelijkere, goedkopere productiemethode was voor handen. Bij nieuwe fabricagemethoden moeten we natuurlijk kijken naar wat er allemaal voor cools mee kan, maar ook blijven opletten wanneer simpelere, al bestaande technieken, beter zijn.


Tekst: Rolf Hut, universitair docent aan de TU Delft, maker, spreker en schrijver.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.