In Japan begint de bouw van een zonnecentrale op het water van een stuwmeer. De panelen drijven op platforms van polyethyleen. Met 51.000 panelen wordt het de grootste drijvende zonnecentrale, die 13,7 MW op moet leveren. De panelen zouden ook de waterkwaliteit in het stuwmeer niet aantasten.

De centrale komt te liggen in het Yamakura stuwmeer, in de buurt van de Japanse stad Kobe. De 51.000 panelen beslaan een oppervlak van 180.000 m2 en zullen naar verwachting jaarlijks zo’n 16 MWh produceren, genoeg voor de elektriciteitsvoorziening van een kleine 5000 huishoudens, zo meldt een perbericht van Kyocera TCL Solar

Kyocera levert ook de panelen, elk goed voor 270 W. Deze komen op de drijvende platforms te liggen die zijn gemaakt van polyethyleen, een slijtvaste kunststof die goed bestand is tegen uv-straling. De constructie bevat geen enkel metalen onderdeel. Daarmee worden de kosten gedrukt, weegt de installatie minder en is weinig onderhoud nodig. Ze zijn met kabels verankerd aan de bodem om wegdrijven te voorkomen, en daarmee ook bestand tegen typhoons.  


Geen algen

Het voordeel van de drijvende panelen is dat ze geen landoppervlak in beslag nemen. Bovendien gaan de panelen de algengroei tegen en zorgen ze ervoor dat het stuwmeer minder verdampt. Kyocera claimt dat de waterkwaliteit niet wordt aangetast.

De Yamakura is niet de eerste drijvende zonnecentrale, maar wordt wel de grootste. Ze zijn verder te vinden in onder meer Frankrijk, Maleisië, Engeland en Brazilië. Kyocera is van plan om ook in andere waterreservoirs, die veelvuldig in Japan voorhanden zijn, zonnecentrales aan te leggen.

 

 

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.