MARCEL MÖRING

Mijn eerste televisie was een derdehandse, gekocht bij een zieltogend elektronicazaakje dat zich specialiseerde in de verkoop van dat soort artikelen aan zestienjarigen met te weinig zakgeld. Een kast van hout, een beeldscherm dat net niet meer rond was, maar nog wel grijs, en bediening door middel van een ivoorkleurige draaiknop. Veertig gulden. Toen moest ik alleen nog een antenne in elkaar knutselen.

Inmiddels hebben we op elke verdieping een tv (drie) waarop niet alleen het pakket van de provider binnenkomt, maar ook films en series via Apple TV en Netflix. Dat providerpakket biedt natuurlijk ook eigen videoverhuur. Nooit eerder leek de keuze zo groot en nooit eerder was ie zo klein. Apple, XS4ALL en Netflix, ze bieden allemaal hetzelfde en dat is wat heel veel mensen willen zien, onder wie mijn vrouw en dochter, maar ik niet.

Daarom kijk ik voor de vierde keer naar twintig seizoenen Time Team op YouTube, een nerdy archeologieprogramma dat van de buis is gehaald, omdat er blijkbaar te weinig nerds zijn.

‘Zullen we een eigen zender oprichten?’, zeg ik tegen mijn vriend Harry.

‘Nog meer tv?’

‘Nerd TV! Met lange documentaires over de elektrische auto, de geschiedenis van de synthesizer, archeologie …’

‘Natuur?’

‘Geen natuur’, zeg ik beslist. ‘Dat is de nieuwe godsdienst. Natuurdocumentaires zijn opium voor het volk.’

Ik heb hem nog niet overtuigd en dat komt ook omdat hij niet zo’n afkeer heeft van televisiedrama als ik. Hij en mijn vrouw, ze voeren lange gesprekken over Homeland, Madame Secretary en andere
series die eindeloos duren en allemaal gaan over hetzelfde: verborgen intriges en duistere machinaties. De westerse samenleving mag dan in hoog tempo seculariseren, we gaan er nog steeds van uit dat de werkelijkheid maar schijn is.

Natuurdocumentaires zijn opium voor het volk

Daarom zijn er ook zo veel documentaires van David Attenborough op de televisie. Die kan de rauwe realiteit van de strijd om het leven presenteren als iets dat zich beperkt tot steppes en savannes, waar alles heel duidelijk is: eten of gegeten worden. Het is niets voor mij. Elke keer als ik de huiskamer binnenloop en op het scherm een luipaard zie die een antilope achtervolgt, hoop ik dat het roofdier struikelt of een poot breekt. Ik ben te gevoelig voor deze wereld. Het lam naast de leeuw, ploegscharen uit zwaarden en Alle Menschen werden Brüder. Maar dat ligt nog niet in het verschiet. Gerard Reve zei het al: ‘Die schepping van U, wordt dat nog wat?’

Gelukkig is daar nog De Vooruitgang, of wat daar voor doorgaat. De trend op de Computer and Electronics Show (CES) van de afgelopen maand was: een scherm op alles, in de auto, op de koelkast,
op de Segway (twee nutteloze dingen gecombineerd, is daar een woord voor?), op het waterflesje, de koptelefoon, de spiegel. We hebben bijna het stadium bereikt waar het scherm zelf een scherm krijgt.

Aan de andere kant is er nu ook een braadpan met Bluetooth, compleet met app, zodat de telefoon je kan vertellen wanneer de biefstuk medium is. De makers rechtvaardigen hun ‘vinding’ met  aanbevelingen die ik niet snap. Eieren precies zacht gekookt! Pan stelt zelf bereidingswijze voor! Dat ontbrak er nog maar aan, dat de keuken terug gaat praten. Ik kijk nu al uit naar de eerste berichten
van gehackt keukengerei. ‘Topkok klaagt: Chinese hackers hackten mijn gehakt.’ ‘Koelkast wordt niet genoeg schoongemaakt en belt politie.’

Ik kijk nu al uit naar de eerste berichten van gehackt keukengerei

Misschien ben ik te ouderwets en te negatief, en moeten we juist meer schermen en meer Bluetooth hebben. Bijvoorbeeld in het wildpark. Roofdieren met een Bluetooth-chipje, zodat we ze kunnen
uitschakelen als ze achter een impala aan willen. Gnoes met app, zodat ze worden gewaarschuwd als er een krokodil ligt te wachten in de rivier. Dat is pas vooruitgang. En misschien kunnen we dan de mens ook meenemen. Ik zie persoonlijk veel in een combinatie van app en Bluetooth die mij waarschuwt voor automobilisten die niet geloven in zebrapaden. Of, beter nog, intelligente zebrapaden die auto’s afremmen en indien nodig doen stoppen.

Het klinkt allemaal gecompliceerd en ver weg, maar u weet hoe dat gaat met de vooruitgang: de toekomst is er voor je er erg in hebt en voor je het weet is het weer verleden.

Marcel Möring is schrijver. Hij debuteerde in 1990 met de roman 'Mendels erfenis'. In 1993 won hij met de roman 'Het grote verlangen' de Ako Literatuurprijs. Zijn roman In Babylon kreeg in 1998 de Gouden Uil.

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.