Bij het verwarmen van woningen kunnen warmtenetten met een duurzame bron van warmte in ons land een veel grotere rol gaan spelen. Meer dan de helft van de woningen is met zo’n warmtenet behaaglijk te maken in de winter. Dat blijkt uit het driejarige innovatieprogramma WarmingUP.


Ze hebben niet bij iedereen een goede naam, of mensen weten helemaal niet wat ermee wordt bedoeld: warmtenetten. Toch kunnen ze een belangrijke rol spelen in de energietransitie. Dat laat het onlangs afgeronde project WarmingUP zien. Warmtenetten kunnen veel mensen voorzien van warmte en warm water, een duurzame oplossing ter vervanging van de cv-ketel, mits de warmte uit duurzame bronnen komt.

Op dit moment zijn al zo’n 450.000 woningen aangesloten op zo’n warmtenet, schat Frits Verheij van TNO, programmadirecteur van WarmingUP. Traditioneel hebben die warmtenetten niet zo’n goede naam, maar Verheij ziet dat imago snel veranderen. ‘Uit een recent onderzoek dat we deden onder gebruikers van zo’n warmtenet blijkt dat men het een complex proces vindt, maar dat de meeste mensen er erg tevreden over zijn.’
 

Zestig deelnemers

Verheij denkt dat de oorlog in Oekraïne bijdraagt aan het idee dat er snel goede alternatieven moeten komen voor het aardgas dat we in woningen gebruiken. ‘Daar vallen warmtenetten duidelijk ook onder.’ Het innovatieprogramma WarmingUP werd opgezet om de aansluiting te versnellen van nog 750.000 extra woningen op een duurzaam collectief warmtenet in 2030. Aan het programma deden zestig partijen mee uit de hele warmteketen.
 

Energetisch efficiënter en financieel gunstiger

Warmtenetten werken in veel wijken energetisch efficiënter en financieel gunstiger uit dan wanneer iedere woning een eigen duurzame oplossing heeft voor het inruilen van de aardgasgestookte cv-ketel. ‘Per wijk wordt eerst bekeken of de beste oplossing een warmtenet is of in elke woning een warmtepomp. Uiteindelijk is het doel om de laagst mogelijke kosten voor de maatschappij te vinden’, zegt Verheij.

Het driejarige innovatieprogramma WarmingUP heeft verschillende nieuwe inzichten opgeleverd. Zo blijken veel duurzame warmtesystemen technisch haalbaar te zijn én maatschappelijk aanvaardbaar.
 

Ketelhuis van Eneco met aanpassingen in uitvoering t.b.v. het geothermieproject. Foto: Haagse Aardwarmte

 

Veel woningen geschikt

Misschien wel de belangrijkste conclusie is dat 60 procent van de Nederlandse woningen al geschikt is voor lage temperatuurverwarming, met water van rond de 55 graden Celsius. Deze huizen zouden nu al kunnen overstappen op een warmtepomp of een andere duurzame energiebron, zoals aardwarmte of aquathermie, via een warmtenet. ‘Dat dit percentage zo hoog ligt, was nog niet bekend’, zegt Verheij. ‘Neem je iets warmer water, van 70 graden Celsius, dan is zelfs 95 procent van alle woningen daarmee behaaglijk te verwarmen.’

Deze cijfers volgen uit experimenten waarbij onderzoekers in 220 woningen meetapparatuur ophingen die vastlegde hoeveel warmte de woning in werd gepompt. In combinatie met de temperatuur op de thermostaat én de buitentemperatuur werd een rekenmodel opgesteld dat vaststelt hoeveel vermogen er nodig is om de woning comfortabel op temperatuur te houden, legt Ivo Pothof van Deltares uit in een speciaal magazine over WarmingUP (pdf-bestand).

 

In 2019 hadden we in magazine De Ingenieur al een coverstory over hoe woningen van het aardgas af te halen zijn.

 

Warmtenetten ontwerpen

Verder is Verheij enthousiast over de Design Toolkit die binnen het programma is ontwikkeld. Daarmee kunnen ontwerpers grotere en complexere warmtenetten realiseren. ‘Met dit nieuwe pakket kunnen ontwerpers netwerken doorrekenen met verschillende warmtebronnen. De software vertelt dan hoeveel warm water er ergens kan worden geleverd en tegen welke kosten.’ Volgens Verheij is de tool onmisbaar bij het ontwikkelen van warmtenetten. ‘Daarom gaat een ervaren ICT-bedrijf nu meewerken om deze basisversie door te ontwikkelen tot een professionele 1.0-versie.’
 

Aardwarmte en aquathermie

Ook brachten partners in WarmingUP het technisch potentieel voor aardwarmte in ons land beter in kaart. Dat gebeurt nu nog maar op een beperkt aantal locaties, veelal bij glastuinbouwbedrijven. Maar er blijken veel meer gebieden geschikt voor geothermie, het oppompen van warm water uit diepere aardlagen. In het Groeifondsprogramma NieuweWarmteNu!, de opvolger van het afgeronde programma, zitten enkele deelprojecten waarbij op een paar locaties geothermie wordt ontwikkeld.

WarmingUP liet verder zien dat aquathermie, het onttrekken van warmte aan oppervlaktewater, afvalwater of drinkwater, een groot potentieel heeft in ons land. De projectpartners ontdekten dat voor de grootschalige inzet van deze warmtebron zowel voor nieuwbouw als voor bestaande bouw geen technische belemmeringen meer zijn.
 

Een boorlocatie voor geothermie.

 

Draagvlak onder bewoners

Los van alle technische hindernissen die nog moeten worden genomen, is voor een brede invoering van warmtenetten ook draagvlak nodig onder bewoners. Vaak gebruiken organisaties argumenten zoals financieel voordeel en de maatschappelijke noodzaak van energietransitie en klimaatverandering om te proberen bewoners te overtuigen, maar dat kan nog wel beter, vonden onderzoekers binnen WarmingUP.

‘Mensen ervaren de veiligheid van een warmtenet als positief’, zegt onderzoeker Marijke Menkveld van TNO in een persbericht. ‘Ook gemak vindt men een voordeel: je hoeft geen cv-ketel meer te onderhouden en heb je sneller warm water in vergelijking met een geiser. Dit zijn argumenten die je warmtebedrijven, gemeenten en woningcoöperaties zelden hoort gebruiken bij warmtenetprojecten.’


Openingsfoto: leidingen voor een warmtenet in de provincie Groningen. Foto: Andre Hospers / CC BY 4.0

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.