Nederland krijgt een testpark voor kunstmatige fotosynthese. In Delft gaan kunstbladeren straks zo’n honderd vierkante meter bedekken, zo bepleitte de Leidse hoogleraar Biofysische Chemie Huub de Groot tijdens het International Congress on Photosynthesis Research dat in Nederland plaatsvond.

Nederland heeft op het gebied van fotosynthese een internationale koploperspositie. ‘Komt dat testpark er niet, dan mist Nederland de boot, en moeten we niet verbaasd zijn dat Rotterdam over vijf jaar niet langer de energiemainport van de wereld is.’

De Groot hanteerde die strenge toon tegen de achtergrond van belangrijke doorbraken in het onderzoek naar kunstmatige fotosynthese. Lange tijd werd namelijk niet begrepen hoe het nu mogelijk was dat het zogeheten ‘watersteentje’ in bladeren in staat was om water te splijten in zuurstof en waterstof. De samenstelling van dat steentje is inmiddels wel bekend, maar het namaken ervan wilde steeds maar niet lukken.
 

Kwantumverschijnsel

De Groot vermoedt nu dat zich in het steentje een bijzonder kwantumverschijnsel voordoet, en dat heeft te maken met de asymmetrische opbouw van het molecuul. Toen de Chinese chemicus Chunxi Zhang van de Chinese Academy of Sciences meldde dat het hem was gelukt zo’n asymmetrisch molecuul te maken, en dat het hem wel lukte om daarmee water te splijten, zinderde het bij de congresgangers.

Het is slechts een eerste stap, maar De Groot is optimistisch over het vervolg. Vandaar zijn pleidooi om er in Nederland een proeftuin mee te maken.

Kunstmatige fotosynthese kan, mits voldoende goedkoop, een belangrijk middel zijn om met behulp van de zon in de energiebehoefte te voorzien. Vandaar de wereldwijde belangstelling voor het onderwerp.

Lees meer over de kunstmatige fotosynthese in de nieuwste uitgave van De Ingenieur.

Openingsbeeld Martijn Boudestein.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.