PASSIE

Onno Gatersleben (47), teamleider bij de gemeente Zandvoort, projectleider bij een ingenieursbureau en vader van een zoon van 1, kan alleen ontspannen als hij bouwt aan een elektrische gitaar. ‘Sinds ik vader ben, is het wel lastiger geworden om deze hobby ten volle te beoefenen’, zegt Gatersleben, terwijl hij op zijn dakterras een body van een gitaar in de olie zet.

‘Het hout dat ik inkoop, boor en zaag ik op de keukentafel, het solderen van de elektronica gebeurt in wat wij onze kleedkamer noemen, en op het dakterras spuit ik de lak op de gitaren. Vroeger, toen ik nog geen verplichtingen als huisvader had, was mijn huis één grote workshop.’

Gatersleben heeft thuis meerdere elektrische gitaren, hoeveel weet hij niet precies. Hij loopt door het huis om ze te tellen – ‘… elf, twaalf, dertien!’ – en komt tot de conclusie dat het meevalt. ‘Keith Richards van de Rolling Stones heeft alleen al in de hal van zijn huis duizenden gitaren staan, zag ik op een documentaire bij de BBC. Dat zou ik ook wel willen, maar dat krijg ik er niet door. We wonen te klein.’

De kwaliteit is beter dan die van de gemiddelde Fender

Omdat hij niet zo’n grote hal heeft, verkoopt Gatersleben sommige van zijn zelfgebouwde gitaren. ‘Ze doen het goed en worden door de afnemers erg gewaardeerd. Zaterdag treed ik zelf op met een zelfgebouwde gitaar. Dat geeft een kick, hoor! De kwaliteit is beter dan die van de gemiddelde Fender (bekend gitaarmerk, red.). De concurrentie uit China vind ik wel heftig. Ik heb geen idee hoe ze daar zo goedkoop elektrische gitaren kunnen maken, waarschijnlijk omdat de factor arbeid er niets kost.’

De hobby ontstond doordat Gatersleben voor bevriende muzikanten gitaren ging repareren en afstellen. ‘Ze zagen dat ik dat al voor mezelf deed en waren enthousiast over het resultaat. ‘Stel die van mij ook even af, Onno’, zeiden ze dan. Inmiddels ben ik tientallen uren per week kwijt aan de hobby.'

'Het mooie is dat er bij het bouwen van elektronische gitaren veel materialen en technieken samenkomen. Als het klaar is, geeft het me een enorme bevrediging: een gevoel van het ziet er goed uit en er komt een mooi geluid uit. Na een dag hard werken is het ook heerlijk om met mijn handen te werken. Vooral als teamleider heb je de hele dag met idioten te maken. Ingenieurs zijn natuurlijk niet idioot, maar wel apart. Ook als je met hen te maken hebt gehad, is het fijn om even aan zo’n gitaar te prutsen.’

Je kunt alles zelf maken: de gebruiksaanwijziging staat gewoon online

Gatersleben verliest zich vervolgens in een verhaal over houtsoorten. ‘De slagplaat van de gitaar waaraan ik nu werk, is van wortelnotenhout, de body is van essenhout en de hals van esdoorn. Het ding staat helemaal in de olie. Behalve het notenhout, dat heb ik gelakt. Wist jij dat lakken een heel ander geluid geeft dan olie? Ik haal veel van mijn kennis van het internet. Dat is dan toch een voordeel van de digitale revolutie. Je kunt alles zelf maken; de gebruiksaanwijzing staat gewoon online.’

Gatersleben bouwde tot nu toe negen gitaren, de meeste verkocht hij voor rond de 1500 euro. ‘Het is natuurlijk een jongensdroom om ooit van deze hobby mijn beroep te maken, maar je moet reëel zijn: dat zit er voorlopig niet in.’

tekst Marcel van Roosmalen  foto Elmer van der Marel

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.