Techniektalent

Yoeri van de Burgt ontwikkelt materialen die zich kunnen gedragen als de neurale netwerken in ons brein. Een groeiend onderzoeksveld dat invloed zal hebben op toekomstige computersystemen. 

Naam: Yoeri van de Burgt
Leeftijd: 34
Opleiding: mechanical engineering, Technische Universiteit Eindhoven
Functie: universitair docent, Technische Universiteit Eindhoven

Nieuwe materialen moeten ervoor gaan zorgen dat transistoren niet alleen een 1 of een 0 als waarde kunnen hebben, maar ook alle waarden daartussenin. Op die manier moeten computersystemen, net zoals het brein, bepaalde verbindingen gaan leggen op basis van wat ze hebben geleerd. Dit jonge onderzoeksveld heet neuromorphic computing, legt Yoeri van de Burgt uit. ‘Ik ben weliswaar opgeleid als werktuigbouwkundige, maar eigenlijk zie ik mezelf meer als materiaalkundige in het onderzoek dat ik nu leid.’

 

Krachtige chips

Van de Burgt: ‘Als beginnend universitair docent aan de universiteit is er in Nederland genoeg begeleiding. Er is een hoogleraar die bijstuurt waar nodig. Tegelijkertijd heb ik het geluk dat ik genoeg vrijheid heb om mijn eigen pad uit te stippelen.’ De onderzoeksgroep van Van de Burgt werkt aan geleidende polymeren die neuromorphic computing mogelijk moeten maken. ‘Als we computersystemen kunnen maken die werken als het brein, worden kleine chips veel krachtiger. Op een trainbare chip kunnen dan ingenieuze zelflerende systemen worden gezet, iets wat voor de chips die we nu hebben veel te veel rekenkracht zou eisen.’

‘Er is een hoogleraar die bijstuurt waar nodig. Tegelijkertijd heb ik het geluk dat ik genoeg vrijheid heb om mijn eigen pad uit te stippelen.’  

Deze nieuwe trainbare chips kunnen bijvoorbeeld worden toegepast voor prothesen die leren van ons eigen brein. ‘We kunnen de chip inbrengen in het lichaam waar deze dan van je brein leert hoe de prothese moet werken. Wij kijken daarvoor naar materialen die in het lichaam kunnen worden toegepast.’ 

 

Diverse groep

Daarnaast kunnen trainbare chips grote invloed hebben op wearables die in populariteit groeien, zoals de Fitbit. ‘De chips in dit soort kleine draagbare apparaten hebben vaak niet genoeg rekenkracht om zelf de data te verwerken. Alle data wordt verzameld in een cloud en daar verwerkt. Met trainbare chips kan dit alles direct op de wearable plaatsvinden en blijft de data op je eigen apparaat staan.’ 

Van de Burgt is tevreden met de onderzoeksgroep die hij redelijk snel heeft opgestart. In 2019 nam hij zijn eerste promovendus aan, nu is zijn groep uitgegroeid tot drie promovendi, een postdoc en twee masterstudenten. ‘Het is een diverse groep, dat vind ik erg belangrijk. We bestaan uit een computerwetenschapper, een chemicus en twee natuurkundigen. In de praktijk vullen we elkaar mooi aan en werken goed samen. Dat is precies waarop ik hoopte.’  

 

Alle talenten leren kennen? Surf naar het dossier Techniektalenten 2020.

 

Foto: Jordi Huisman

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.