Zou je wel eens muziek willen maken vanuit je luie stoel? Dan is de encefalafoon misschien iets voor jou. Een piano die je aanstuurt met je gedachten in plaats van je vingers. Een proef van de Zweedse uitvinder van het apparaat liet zien dat het bespelen van deze breinvleugel verrassend goed gaat. 

Het zal een vreemd concert zijn geweest voor de verzamelde studenten van de University of Washington. Een ensemble van blazers, een drummer en een gitarist, maar in het midden een man die voor pampus lijkt te liggen in een stoel. En die laatste is de grootste attractie van deze muziekgroep. Hij bespeelt namelijk de encefalofoon, een synthesizerpiano die je met je hersengolven aanstuurt. De naam van het apparaat komt van het EEG, oftewel het elektro-encefalogram of hersenfilmpje. De EEG is een visuele uitdrukking van wat er in ons brein gebeurt, gebaseerd op de stroompjes door onze hersenen. 

 

Onderzoeker Thomas Deuel probeert die hersengolven om te zetten in kunst. Hij is zelf muzikant en neuroloog, en komt regelmatig mensen tegen die muziek maakten tot ze een beroerte kregen, waarna dat fysiek niet meer mogelijk was. De encefalofoon moet uitkomst bieden; je hebt immers alleen je gedachten nodig om te spelen. 

 

Niet makkelijk

Dat betekent voor de muzikanten overigens niet dat het bespelen van het instrument daarmee gemakkelijker is geworden. Het klinkt mooi, maar alleen maar denken aan de Mattheüs Passion van Bach is niet voldoende om de koorpartijen te laten klinken. In plaats daarvan moet je denken aan bewegingen, of, nog eenvoudiger, je moet je ogen openen en sluiten. 

Het instrument reageert namelijk op twee soorten hersengolven: het posterieur dominante ritme (PDR) en het mu-ritme. De eerste hangt samen met de visuele cortex in het brein, en om de golven te produceren moesten de proefpersonen hun ogen openen en sluiten. De tweede soort ritme komt van het inbeelden van bewegingen.

Alleen maar denken aan de Mattheüs Passion van Bach is niet voldoende om het instrument te bespelen

Het systeem heeft dus relatief weinig te maken met de hersengebieden die actief zijn bij het maken van muziek. Dat hoeft echter niet uit te maken; de hersengolven zijn immers maar de 'lichaamsdelen' die het instrument bespelen. Net zoals het niet uitmaakt of een musicus zijn gedachten wat laat afdwalen, als de vingers maar doen wat er nodig is om mooie muziek te maken. Hoewel in dat geval de gedachten juist niet af mogen dwalen. 

 

Training

Om te kijken of het systeem werkt, voerde de uitvinder een proef uit onder 15 vrijwilligers. Om mee te kunnen doen hadden zij echter wel wat training nodig. De proefpersonen van Deuel kregen allemaal vijf minuten trainingstijd om te leren hoe het apparaat reageert op gedachten. Eerst moest de hersenkap voor elke gebruiker worden gekalibreerd. De proefpersoon opende en sloot zijn hand, waarna de kap een baseline had voor de hoeveelheid hersengolven. Zo maakte het apparaat een schaal van de frequentie van de golven en verdeelde die schaal in 8 even grote stukken. Elk stuk stond voor een deel van de C-majeur toonladder. 

 

Elke halve seconde registreerde de encefalofoon de hersengolven. Afhankelijk van de frequentie van de golf produceerde het instrument een bepaalde toon. Op deze manier mocht de proefpersoon drie minuten lang vrijuit improviseren. Daarna begon het lastige deel: de deelnemers moesten bladmuziek naspelen met hun hersengolven en daarbij zo nauwkeurig mogelijk zijn. Uiteindelijk wist men tussen de 60 en 70 % van de noten goed te spelen, afhankelijk van welk type hersengolven de helm opving. 

Ronddansen als Mick Jagger of Justin Bieber is er niet bij; je moet compleet ontspannen in een stoel liggen

Dat is volgens Deuel een heel behoorlijke score, gezien het feit dat de proefpersonen totaal onbekend waren met dit nieuwe instrument. Hoewel het absurd zou zijn om een instrument te bespelen als je maar 70 procent van de noten goed aanslaat, verwacht Deuel dat het resultaat met training veel beter zal worden. De 'basiscompetentie' zonder training is al behoorlijk goed. Daarbij moet wel gezegd worden dat het grootste deel van de proefpersonen ervaring had met spelen van een muziekinstrument; gemiddeld tien jaar. De resultaten van het experiment verscheven in het wetenschappelijk tijdschrift Frontiers of Human Neuroscience.

 

Locked-in syndroom

Deuel ziet zijn vondst niet alleen als uitkomst voor mensen die door een aandoening hun grote passie niet meer kunnen uitoefenen, maar ook voor experimentele geluidskunstenaars of mensen met locked-in syndroom, die vaak nauwelijks kunnen communiceren met de buitenwereld. 

Het blijft echter de vraag of de encefalofoon ooit zal doorbreken als mainstream-instrument. Een beetje op het podium ronddansen zoals een Mick Jagger of Justin Bieber is er namelijk niet bij; je hersenen moeten zo min mogelijk afleiding hebben om de juiste noten te raken. Lui in een stoel of in een zitzak liggen is een must. Dat zou voor de bezoeker wel een taaie zit worden.

Beeld: Thomas Deuel

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.