Een groeiende wereldbevolking eet steeds meer vlees. Dat moet wel op een catastrofe uitlopen, stelt de Amerikaanse auteur Paul Shapiro. Voedseltechnologie biedt echter uitkomst. Als we op kweekvlees overstappen, hoeft er geen dier meer te sterven en belasten we meteen onze planeet een stuk minder.

Met een enkele dierlijke cel kunnen duizenden mensen van gezond en voedzaam kweekvlees worden voorzien, zegt de Amerikaanse activist Paul Shapiro. Zijn vorig jaar verschenen boek Clean Meat: How Growing Meat Without Animals Will Revolutionize Dinner and the World groeide in de Verenigde Staten uit tot een bestseller. Nu ligt het onder de titel Nooit meer slachten ook in Nederland in de winkel. ‘De grondlegger van kweekvlees was een Nederlander’, stelt Shapiro. ‘Nederland heeft altijd vooropgelopen op dit gebied, maar nu dreigen jullie achterop te raken.’

Ons voedselsysteem functioneert niet, schrijft u in uw boek. Wat is er mis mee?

‘Het lijkt in de VS en West-Europa misschien goed geregeld, maar grote delen van de wereld hebben nauwelijks de beschikking over voedsel of vlees. In landen waar de middenklasse groeit, zoals China, India en Mexico, zie je dat direct vooral de vleesconsumptie toeneemt. Maar als de rest van de wereld net zo gaat eten als de Nederlanders of de Amerikanen, dan moeten we een plantage op Mars of de maan beginnen. Op aarde ontbreekt het ons simpelweg aan de grondstoffen en de ruimte.’

Waar ziet u de oplossing?

‘Het zou het makkelijkst zijn als we massaal stoppen met vlees eten of in ieder geval onze vleesconsumptie flink minderen. Maar er is niets dat erop wijst dat we dat ooit zullen doen – integendeel. Een andere mogelijkheid is plantaardige vleesvervangers te gaan eten. Zulke producten zijn al te koop en maken zeker een veelbelovende ontwikkeling door. De derde mogelijkheid is ‘schoon vlees’ maken, puur door het opkweken van dierlijke cellen. Dat is exact hetzelfde vlees als we nu eten, maar zonder de nadelen. Je hoeft geen dieren meer te fokken en te slachten. Het landgebruik is veel kleiner, het wateren energieverbruik ook en de hoeveelheid broeikasgassen zal fors teruglopen.’

Uw boek leest als een biografie van het kweekvlees. Wat was uw insteek?

‘Ik zie mezelf zeker als een voorvechter van kweekvleestechnologie, maar ik wilde het onderwerp wel met journalistieke distantie bekijken. Ik heb mijn uiterste best gedaan om beide kanten van het verhaal te belichten en laat ook critici ruimschoots aan het woord. Maar ik maak ook duidelijk wat mijn eigen mening is: dat kweekvlees de belofte in zich heeft om veel van de grote problemen van deze tijd op te lossen. Dus ik wilde echt eerlijk zijn, maar ook niet verhullen dat ik een mening heb.’

Wanneer raakte u geïnteresseerd in kweekvlees?

‘Rond 2004 las ik over NASA-experimenten om astronauten vlees in een lab te laten kweken uit dierlijke cellen. Toen ik een vriend erover vertelde, zei hij: waarom zou die coole technologie niet voor ons hier op aarde geschikt zijn? Indertijd was het een erg academisch dossier. Nog geen bedrijf hield zich ermee bezig.’

Is uw mening veranderd terwijl u met de research voor uw boek bezig was?

'Toen ik begon aan dit schrijfavontuur, meende ik dat kweekvlees sciencefiction was. Gaandeweg werd het me glashelder dat het geen fictie meer is, maar feit. Er zijn al bedrijven die kweekvlees produceren. Ik ging langs bij de fabrieken en de labs en heb het vlees zelf geproefd. Investeerders zijn daar inmiddels ook al achter. In het jaar sinds het boek uitkwam in de VS is het aantal investeringen enorm toegenomen. Van bedrijven, maar ook van overheden. Van een vage fantasie is kweekvleestechnologie binnen een jaar of vijf een realistische oplossing voor de problemen van vandaag.'

In uw boek is een verrassend prominente rol weggelegd voor een aantal Nederlanders.

‘Willem van Eelen is de ware pionier van het kweekvlees. Hij kreeg wereldwijd als eerste een octrooi op een specifieke methode van kweekvleesproductie. Ik had al van hem gehoord, maar pas toen ik na zijn overlijden meer over hem las, besefte ik hoe belangrijk hij was en kwam ik in contact met zijn dochter Ira, die zijn levenswerk voortzet. Hij heeft het zelf net niet meer kunnen meemaken dat zijn vlees ook echt werd geproduceerd. In die zin zie ik hem als de Mozes van de kweekvleesbeweging: hij heeft het volk naar het Beloofde Land geleid, maar dat zelf nooit betreden.’

De tweede Nederlander voor wie uw boek een hoofdrol is weggelegd is Mark Post. Wat is zijn rol?

‘Mark is werkelijk een grootheid in dit veld. Toen hij in 2013 zijn kweekvleeshamburger presenteerde, was in één klap duidelijk dat je dit vlees echt kunt eten. Het was ineens geen fantasie meer. Inmiddels heeft hij de start-up MosaMeat gesticht en de afgelopen jaren is hij erin geslaagd miljoenen euro’s aan financiering binnen te hengelen. Die gebruikt hij om de technologie te verbeteren, zodat de kosten omlaag gaan. Binnen een paar jaar zal zijn vlees te koop zijn.’ Wordt hij de eerste? ‘Dat denk ik niet. Als je me een halfjaar geleden had gevraagd waar kweekvlees als eerste op de markt zou komen, dan had ik Azië geantwoord. Maar onlangs heeft de Amerikaanse overheid grote stappen gezet. Die heeft duidelijk gemaakt hoe de regulering eruit zal zien en daarmee de producenten vertrouwen gegeven dat hun product de markt op mag. Dus ik vermoed nu dat de eerste commerciële kweekvleesproducent een Amerikaans bedrijf zal zijn.’

En Europa blijft achter?

‘Tot mijn spijt wel ja. Europa heeft altijd moeite gehad met voedseltechnologie. Kijk maar naar gengewassen: die breken in Europa ook niet door, doordat men de techniek niet vertrouwt. Europa zal zich moeten realiseren dat kweekvlees de toekomst is. De huidige methodes van vleesproductie verwoesten de planeet, schaden de dieren en zijn niet goed voor de volksgezondheid. En nu zijn er eindelijk alternatieven. Nederland is altijd een leider geweest in dit gebied, met Van Eelen en Post. Nu worden jullie door andere landen ingehaald. In Israël alleen al zijn er meer kweekvlees-start-ups dan in heel Europa. De Amerikaanse regering is bang dat China het initiatief zal nemen en heeft daarom de regelgeving versneld. In Europa gebeurt te weinig.’

MEER LEZEN OVER KWEEKVLEES?

Wilt u het volledige interview met Paul Shapiro lezen in het aprilnummer van De Ingenieur? Koop dan de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25 %! - een digitaal jaarabonnement van 12 nummers voor € 69,-.

Foto: Robert Lagendijk

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.