De Universiteit Twente werkt aan een drone die voorzien is van een robotarm. Daarmee kan de drone allerlei nieuwe klusjes doen, waarbij Twente bijvoorbeeld brood ziet in het herstellen van windturbines en reactorvaten.

Twente werkt samen met verscheidene partners uit heel Europa aan de drone. 'Dit is het nieuwste van het nieuwste', vertelt promovendus Han Wopereis, die werkt aan het Europese project AEROWORKS bij de vakgroep Robotics and Mechatronics. Deze week zijn de drones in Twente voor een uitgebreid testtraject, waarbij onder andere de algoritmen die de drone aansturen beproefd worden.

Geen piloot

De drone zelf is zo'n 70 centimeter in doorsnee en weegt minder dan vijf kilogram, het wettelijke maximum. De arm is dan weer 80 centimeter lang en moet uiteindelijk volledig opvouwbaar worden. Daarnaast heeft de vliegmachine een computer aan boord. 'Die stuurt alles aan', legt Wopereis uit. De drone handmatig besturen is namelijk een slecht idee. Op honderd of meer meter hoogte kan geen vliegenier nog zien wat de voor - of achterkant van de drone is. Dus is met die computer de beweging van de drone in te stellen, terwijl hij zichzelf stabiel houdt met kleine correcties van propellorkracht.

Uiteindelijk moet de drone als volgt zijn werk doen: hij stijgt vanaf een vertrekstation op, kijkt met stereocamera's in het rond (zie de bovenste afbeelding om een idee te krijgen wat de drone ziet) waar de dichtbijzijndse windmolen is en gaat eropaf. Daar controleert hij in detail de turbinebladen op vuil en beschadigingen. Is er iets stuk dan zal de robotarm dat met een tijdelijke afdekking repareren, totdat op een geschikt moment een (menselijke) monteur langs kan komen. Dit alles doet de drone zonder dat er ook maar iemand aan te pas komt.

Stabiel op hoogte

'Je hebt natuurlijk een toezichthouder nodig. Maar het is bij drones net als bij auto's: autonoom is veiliger en efficiënter.' Voorlopig is het team van AEROWORKS echter nog niet zo ver. 'Nu proberen we bijvoorbeeld de drone stabiel te houden op hoogte. Met al die wind is dat niet eenvoudig', vertelt Wopereis. 'Maar als je de arm wat harder tegen een oppervlak duwt heeft de drone minder last van de wind. Daar zit een oplossing, denken we.' Het project gaat dus met kleine stapjes naar het einddoel. Over 1,5 á 2 jaar denkt Wopereis dat een drone-met-arm klaar is voor gebruik.

Gevaar

Windturbines en reactorvaten zijn voor de hand liggende toepassingen van dronetechnologie, omdat het onderhoud ervan gevaarlijk en tijdrovend is. In reactorvaten zit bijvoorbeeld slak aan de binnenkant, die gevaarlijk is als hij naar beneden valt. Een drone kan die preventief verwijderen, en daarna ook nog eens de reactorwand-dikte controleren. Bij turbinebladen hoeft er straks geen mens meer naar boven in een (te) strak harnas met risico op vallen.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.