Blog Frank Biesboer

Grote bedrijven als Shell, Siemens en de havenbedrijven van Amsterdam en Rotterdam pleiten voor een versnelling van de energietransitie. De volgende stap is dat ze zelf aan de slag gaan die transitie te realiseren, en dan biedt Duitsland een mooi voorbeeld.

‘Wij kiezen ondubbelzinnig voor versnelling van de energietransitie. Voor tempo maken’, schrijven de bedrijven in hun oproep voor de Nationale Klimaattop, vandaag in Rotterdam.  ‘Onze organisaties willen helpen de omslag te maken van fossiel naar hernieuwbaar.’

Voor iedereen die klimaatdoelen een warm hart toedraagt klinkt de oproep van de bedrijven als muziek in de oren: klasse dat deze vooraanstaande Nederlandse bedrijven het voortouw willen nemen.


Hotspots van de energie-intensieve industrie

Tegelijkertijd geldt dat een aantal van de ondertekenaars, waaronder Shell, de havenbedrijven van Rotterdam, Moerdijk en Delfzijl, de hotspots zijn van de energie-intensieve industrie in ons land. Ondanks forse energiebesparing in de afgelopen decennia, heeft die industrie nog steeds een energie-intensiteit die fors boven het Europese gemiddelde ligt. Daar zal dus extra veel moeten gebeuren wil die industrie transformeren naar CO2-arm, schreef de Nederlandse Bank eerder dit jaar (‘CO2-uitstoot is financieel risico’). ‘Er is meer nodig dan de aanpak die tot nu toe is gevolgd, namelijk een trendbreuk’, vervolgde de branche-organisatie van de energie-intensieve industrie (‘Energie-intensieve industrie wil meewerken aan minder CO2-uitstoot’).

De oproep die nu zo veel enthousiasme genereert, is niet heel duidelijk over wat de bedrijven zelf gaan doen om de energietransitie te realiseren. Wel pleiten ze voor de vorming van een industrieel cluster dat moet helpen om samen met de overheid de transitie te versnellen, maar een invulling is er nog niet.


Duits industriepact

Wellicht kunnen de bedrijven inspiratie opdoen bij onze Oosterburen, waar onlangs een zeer offensief programma van start is gegaan om de CO2-uitstoot van de energie-intensieve industrie fors te verlagen. Het oktobernummer van De Ingenieur schreef erover ('Duits CO2 industrie-initiatief')

Puntsgewijs samengevat:

  • In tien jaar tijd is er een chemiecomplex dat de CO2-uitstoot van de staalindustrie met een derde vermindert;
  • Dat chemiecomplex maakt alleen gebruik van de overschotstroom van wind en zon;
  • De Duitse regering geeft 60 miljoen euro subsidie;
  • De samenwerkende bedrijven investeren 100 miljoen euro.

Het idee is om de restgassen van de staalindustrie te gebruiken voor het maken van chemische producten. Dus in plaats van opslag van CO2 in de grond, het benutten van CO2 als grondstof (geen CCS, carbon storage, maar CCU, carbon use).

De opgave om dit voor elkaar te krijgen is enorm, misschien zal het niet lukken. Maar in ieder geval hebben overheid en industrie zich op nog niet vertoonde schaal met veel financiële middelen achter een plan gesteld. ‘Wir schaffen das.’


En nu Nederland

Nederland is Duitsland niet, de samenstelling van de industrie is hier anders, maar de aanpak is voorbeeldig. Nu de stemming van de Nationale Klimaattop in Rotterdam zo positief is, hoeft niets in de weg te staan om ook in Nederland zo’n aanpak te volgen.

Openingsfoto: de raffinaarderij van Shell in Pernis.Foto Shell.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.